Hoe je mij écht gelukkig maakt? Geef me mooi weer, zet me op een motor en laat die uitlaat maar brullen! Nóg gelukkiger zou ik zijn als ik niet achterop hoefde te zitten, maar zelf de handlebars kon bewerken. Maar, zoals dat ene nummer van Kane gaat, zeg ik ook maar: damn those eyes. Dat is nu eenmaal iets wat er voor mij niet inzit en dat zal niet veranderen.
Desondanks kun je achterop een motor ook plezier beleven en des te meer van de omgeving zien. Voor de geluidssensatie (mét demper, dat dan weer wel) en het maken van kilometers maakt het geen enkel verschil. De afgelopen dagen ben ik ook weer behoorlijk aan m’n trekken gekomen qua motorkilometers. Je kunt het gerust een motorvierdaagse noemen!
In die dagen heb ik zes provincies doorkruist, ben ik ruim twintig uur onderweg geweest, waarvan zo’n 16 uur daadwerkelijk rijdend (terrasjes en uitsmijters vallen onder overige uren) en komt het totaal aantal gemaakte kilometers op een ruime 850 neer. De topsnelheid is, op naam van ene M. de Graaf, gemeten op 209 km/pu en er zijn genoeg liters benzine verbruikt om een flatgebouw mee in lichterlaaie te zetten.
Donderdagavond belde Martin me vroeg in de avond, of ik zin had om een eindje te toeren. Als diehard motorliefhebber zeg ik daar geen nee tegen! Zo zat ik ‘n uur later achterop zijn zwarte CBR 1100XX en hobbelden we Gorkum uit. Het plan was om ‘even’ naar Abbenes te rijden.
Martin heeft daar gewoond en vindt het leuk om zo nu en dan even poolshoogte te nemen in z’n oude woonplaats. Aangezien het zo’n 94 kilometer rijden was en al avond was, zat binnendoor rijden er niet in en zijn we over de snelweg geblazen.
Favoriet op dat traject is de Schipholtunnel. Versnelling een paar tikkies terug en knallen maar! Dit keer overigens geen tunnel voor ons, omdat we het laatste stuk toch binnendoor zijn gegaan en zodoende nog wat meer hebben gezien dan alleen kilometerslang asfalt.
Eenmaal in Abbenes, bleek het niet eenvoudig om aan koffie te komen. De kennis van Martin was niet thuis en restaurant de Hanepoel had voor tienen de deuren gesloten. We besloten aan de terugweg te beginnen en aan te schuiven op een terrasje wat we in Uithoorn hadden gezien.
Koud aan de cappuccino (de allerbeste uit de omtrek, volgens de eigenaar), werd onze aandacht getrokken door een arriverende brandweerwagen, op de bumper gevolgd door een ambulance. Binnen 10 minuten stond de straat ramvol met 2 brandweerwagens, 3 ambulances en 2 politiewagens, plus nieuwsgierige mensen.
Niet veel later en nog een cappuccino verder, wisten we bij benadering wat er was gebeurd: Iets met een bootje met wat jongens erin, die met grote snelheid tegen een meerpaal was geklapt. Alle drie de jongens moesten met spoed naar het ziekenhuis. Eenmaal weer op weg, zagen we nog net één van de ambulances met grote snelheid een straat in duiken.
Eenmaal terug in Gorkum, was het al over twaalven. Wat betekende dat we de gehele terugreis in het donker hebben afgelegd. Aangezien ik op de één of andere manier een zwak heb voor motorrijden in het donker, besloot ik dit keer ook wat te filmen met mijn fotocamera, die ik tegenwoordig vaker bij me heb dan m’n mobiele telefoon.
De volgende avond kreeg ik weer een telefoontje van Martin, of ik zin had om weer te gaan rijden. Het was wederom een schitterende avond, haast zomers en dus ideaal om er nog even op uit te gaan. We besloten een gedeelte van de Zaterdagmiddag-rit te rijden, die eerder dit jaar helaas afgelast moest worden wegens slecht weer.
De reis voerde richting Kop van ‘t Land in de Biesbosch, waar je een prachtig stuk natuur hebt met water aan weerskanten van de weg. Denk er een laaghangende feloranje zon bij en het perfecte zonsondergang plaatje is compleet!
Bij een restaurant met de originele naam De Kop van ‘t Land’ gestopt om wat te drinken, maar helaas waren ze al gesloten. De straat verder uitgereden, in de hoop op een ander tentje, dat wél open was.
Het enige wat we tegenkwamen was een loslopende koe en een stel paarden die spontaan op hol sloegen zodra we langsreden. En op het eind een parkeerplaats. Met andere woorden. Het was een doodlopende weg!
Vervolgens teruggereden, het bruggetje bij de jachthaven van Werkendam over en koers gezet naar Sleeuwijk, waar we aanschoven bij café Hier Neffuh voor een dampende chocolademelk mét slagroom. Meteen bijgepraat met de kroegbaas, die handen tekort had om al het volk wat binnen én buiten zat van drankjes te voorzien. Tegen de tijd dat ik op bed lag, was het best laat!
De volgende dag was een rit van een ander kaliber, namelijk met alleen dames. M’n moeder had via Motormaatje een rit gevonden genaamd Women on Wheels en besloot zich aan te melden. Deze rit vond dus op zaterdag 22 mei plaats in Brabants.
De start was bij chauffeurscafé Treurenburg in Den Bosch, waar we met stoelen en al naar de parkeerplaats verhuisden, omdat we daar lekker in de zon konden zitten. We waren met een groepje van zes en dan waren er nog wat dames die nog geen motorrijbewijs hadden, maar die op de parkeerplaats de gelegenheid kregen om wat proefjes te doen. De oranje pionnen stonden er al uitdagend bij en terwijl wij van onze drankjes nipten, was de rijinstructeur, die speciaal hiervoor was op komen draven, alvast even wat sierlijke rondjes aan het draaien.
Niet veel later, begonnen we aan de ongeveer 120 kilometer lange toertocht. Waar we precies zijn geweest, heb ik niet onthouden. In elk geval omgeving Den Bosch en plaatsen als Heusden, Oudheusden en Hedikhuizen.
Een mooie tocht met veel leuke weggetjes, uitgestrekte dijken en mooie natuur. Tegen vijven arriveerden we bij Treurenburg, waar we, na afscheid te hebben genomen, richting Woudrichem sjeesden om mij op tijd bij de pont af te leveren.
Zondag was het tijd voor een dagrit. De originele planning was dat ik met Martin en z’n collega met diens vrouw, plus nog een vriend van hem, in Zeeland zou gaan toeren, maar er bleek een kleine vergissing in het spel, want de gehuurde motor van de collega, bleek hij zaterdag alweer terug te hebben gebracht.
Desondanks wilden we toch naar Zeeland en op zondagochtend rond een uur of elf vertrokken we richting Terneuzen. Met behulp van een toeristische motorroute van RouteYou en een stuk zelf uitgezette route, zouden we een rondje Zeeland doen die de kilometerteller flink de hoogte in zou jagen. Alleen al het rijden naar Zeeland komt op zo’n 150 km neer en de route zou, volgens de planning, ongeveer 149 km zijn.
De ingeplande route zouden we oppikken in Terneuzen, om vervolgens met een rotvaart door de 6.6 km lange Westerscheldetunnel te knallen en via onder meer Borsele, Zierikzee, over de Deltawerken en langs Vrouwenpolder naar Domburg te rijden. Dat liep alleen iets anders!
Die tunnel gingen we door, so far so good. Maar hoe het kwam dat Martins Garmin vond dat we er nóg een keer moesten, blijft een raadsel. Feit is dat het om een toltunnel gaat en we dus twee keer € 4.80 moesten dokken.
Waarvan één keer voor niets, omdat we toch al aan de goede kant bleken te zitten. Ach, welke motorrijder met een flinke uitlaat onder zijn gat, zegt nu nee tegen een tunnel van bijna zeven kilometer. Maar toen we het centrum van Middelburg in reden, had ik toch zoiets van: Hier klopt iets niet!
Uiteindelijk hebben we hooguit een derde van de route gereden, maar dat mocht de pret niet drukken. In Middelburg een leuk terrasje opgezocht voor een uitsmijter en om te genieten van het inmiddels behoorlijk warme zonnetje. Daarna weer verder gereden en via wat plaatsjes die allemaal eindigden op ‘kerke’, in Domburg aanbeland.
Daar via een steile trap de duinen beklommen, om te genieten van een prachtig uitzicht. Ik kon me niet herinneren dat ik voor het laatst een écht strand had gezien, dus dat was genieten! Dat drankje bij het strandpaviljoen konden we overigens vergeten. Het zag zowel binnen als buiten zwart van de mensen. Binnen waren nog wel wat tafeltjes vrij, maar daar was het zó benauwd dat je al flauw viel voordat je goed en wel een slok van je drinken kon nemen.
Vervolgens de terugweg in de Garmin gezet. Helaas betekende dat wel, dat we voor de derde keer door Middelburg moesten. De planning voor de terugweg was om langs Middelburg, via de Moerdijkbrug en door een stukje Dordrecht richting Gorkum te rijden, maar via Breda bleek iets snellere te zijn.
Omdat het inmiddels tegen vijven liep en we door de warmte en het lange rijden aardig bek af waren, met een flinke gang erin over de snelweg richting bekender terrein en daarna bij Martin even bijgekomen onder het genot van een koel drankje.