Gisteren werd onverwachts nog een heel leuke dag, dankzij de spontane inval om samen met mijn hondje Bas naar Slot Loevestein over te varen. Iets wat ik eigenlijk zelfs een beetje aan Bas te danken heb, want als hij niet zo vol enthousiasme de aanlegsteiger van de pont op was gelopen, waren we daar niet geweest…
Slot Loevestein is voor veel mensen een soort tweede Efteling: Een sprookjesbos met kastelen, ruige natuur en witte stranden. Voor mij is het heel gewoon om erheen te gaan, anderzijds blijft het fascineren. Ik kom er al van jongs af aan.
Toen ik nog thuis woonde, was het voor ons slechts vijf minuten rijden en we brachten er vaak zondagmiddagen door met wandelen of wat drinken binnen de poorten van het ‘dorpje’ rondom het slot.
Bij Loevestein denk je meteen aan het slot zelf, maar er is nog meer! Op het ruim vijfhonderd hectare tellende landgoed kun je prachtig wandelen langs spiegelgladde meertjes en door prachtige natuur en je kunt er zelfs op het strand liggen.
Kastelen vind ik echt geweldig! De mystieke sfeer die eromheen hangt, de manier waarop zo’n kolossaal iets gebouwd is en vooral torentjes vind ik mooi. Anderhalf jaar geleden ben ik een keer naar Loevestein bij kaarslicht geweest.
Dat wordt rond de feestdagen georganiseerd. De wat mysterieuze sfeer die zo’n kasteel uitstraalt, werd benadrukt door de flakkerende kaarsen in elk vertrek en donkere hoekjes die te raden over lieten.
Ik geloof dat ik zo’n beetje ademloos door het kasteel heb gelopen. Van de kelder tot de zolder, bijna overal ben ik geweest. Ook het slot had ik al vele malen van binnen gezien, maar zo in het donker en bij kaarslicht is het heel anders. Gisteren was er overigens geen kaarslicht en geen ijskoude tochtige kasteelkamers, maar volop zon en mooie wandelpaden voor ons uit gestrekt.
Op het punt dat Bas begon te trekken om de aanlegsteiger op te lopen, moet ie een voorgevoel hebben gehad. Die hond kan niet weten dat het pontje er bijna aan kwam en alleen in de zomer en naar Loevestein vaart. Sowieso was het stom toeval dat ik m’n portemonnee bij me had. Als ik ga wandelen neem ik die bijna nooit mee.
Helaas zat er nog maar € 2.50 in, wat niet genoeg zou zijn om ook weer terug te varen. Maar mijn enthousiasme was inmiddels zo gegroeid dat ik iets had van: Ik koop daar wat te drinken en vraag of ik bij kan pinnen.
Dat kan toch geen probleem zijn. Zodoende zaten we even later op het achterdek van de veerpont, terwijl de zon op ons neerkeek en minuscule waterspatjes op onze ruggen belandden. Bas genoot met volle teugen en ik niet minder!
Eenmaal bij Loevestein, zijn we eerst wat gaan drinken en ook om te kijken of ik kon pinnen. Ik wil graag weten waar ik aan toe ben en om eerst te gaan wandelen, terwijl ik niet weet of het wel gaat lukken, leek me geen goed plan. Dus bestelde ik een flesje cola en een appelpunt en voor Bas een bakje water. Buiten aan een robuuste picknicktafel lekker gezeten en daarna begonnen aan onze wandeltocht.
Het pinnen bleek overigens een groter probleem dan gedacht. Bij het restaurant kon het niet, maar de aardige mevrouw die m’n aankopen afgerekend had en vervolgens extra koud water voor Bas was gaan halen, zei dat ze iemand had horen zeggen dat het bij de museumwinkel wel kon. Het duurde even voordat ik die gevonden had, omdat ik verkeerd was gelopen.
In eerste instantie bleek het daar ook niet te kunnen. Toen ik vertelde dat de dame van het restaurantje gezegd had dat het wel kon en ik net niet genoeg geld had om terug te kunnen met de pont, veranderde er iets in zijn houding en begon hij in een map te bladeren, blijkbaar op zoek naar de te gebruiken code voor een dergelijke transactie. Na een paar zenuwslopende minuten, had hij iets gevonden en even later stond ik met € 10 op zak weer buiten.
Op de boot had ik bedacht dat we wel achter het slot langs konden wandelen. Best een pittig stuk met ruige natuur en minder geschikt om met slippers doorheen te banjeren. Daarnaast was het met de huidige warmte misschien ook een beetje te veel van het goede. Dus ik besloot om richting de stranden te lopen. Mooi was het daar, met een soort kliffen, een stronk van een omgevallen boom in het water en veel hoge grassen en uitschietende bloemen.
Daarna terug gelopen en een poosje op het strand gezeten onder een boom. Het zand was op plekken waar geen schaduw was zó heet, dat je er nauwelijks op blote voeten kon lopen, dus klosten we het grootste gedeelte door de branding.
Ik zag er overigens uit of ik op survival was. Met de riem van Bas om m’n middel geknoopt, een tasje met fotocamera etc. om m’n schouder en m’n slippers in m’n rechterhand en half onder het zand.
Toen ik een stukje verder witte dingen in het water zag, pakte ik m’n camera om het dichterbij te halen. Bleken het twee sierlijke witte zwanen te zijn, die een paar meter van het strand in de Merwede dobberden. Nu weet ik dat er in de gracht rondom het slot zwanen zitten, dus ik vermoed dat dit stelletje wat meer bewegingsvrijheid wilde en ervandoor is gegaan.
Bas had het ook flink warm en dook op een gegeven moment het water in. Ondanks dat hij over het algemeen geen waterliefhebber is, heeft ie zelfs gezwommen! Toen ik ging pootjebaden en hij aan de kant stond, zag ik ‘m echt zo kijken van: “Moet ik soms ook zo ver in het water?”
Na het badderen en pootjebaden terug naar het pad. Nadat we ons een weg hadden gebaand tussen de distels door, kwamen we bij het pad uit, om dat vervolgens helemaal uit te lopen. Zo weg van het water voelde je de hitte pas echt goed! We pasten ons tempo aan en liepen zo rustig mogelijk richting voetveer aan het einde van het pad.
Het voetveer is niet meer dan een grote roeiboot met motor, die heen en weer vaart tussen Woudrichem en Loevestein. Voor € 1.20 vaar je over. Ondanks dat de man van de pont had gezegd dat het voetveer wel zou varen, zag ik eerlijk gezegd, maar weinig beweging aan de overkant.
Toen herinnerde ik me dat je moet bellen (met een ouderwetse scheepsbel), zodat ze weten dat er iemand aan de overkant staat te wachten. Na gebeld te hebben, hoorde ik aan de overkant een motor starten en kwam de uit de kluiten gewassen roeiboot onze kant op varen.
Eenmaal aangemeerd bij de steiger had één van de mannen Bas al in de smiezen en riep jolig “Hé Blackie!”. Het ijs was meteen gebroken en ik moest lachen. Tijdens het korte tochtje naar de overkant gezellig gekletst met beide heren en voor ik het wist waren we al aan de overkant. Bas vond het ook leuk in de roeiboot. Hij zat er al in toen ik nog aan het instappen was. Tijdens het varen zat hij op het bankje naast me en keek op zijn gemak rond over het water.
Eenmaal aan de overkant, over de wal naar de aanlegplaats van de veerpont gelopen, maar het was net vier uur geweest en hij zou pas om vijf uur arriveren. Ik besloot richting de Historische haven te lopen, eigenlijk op zoek naar een bankje in de schaduw. Aan het eind van het pad kon je via een vlonder de wal op en aangezien het daar schaduwrijker was, klommen we omhoog.
Ondanks dat ik regelmatig in Woudrichem kom, zijn er toch altijd plekjes waar ik nooit geweest ben, dat was er één van. We kwamen ook langs een statig huis begroeid met klimop. Een eindje verder vonden we een bankje in de schaduw met uitzicht over de haven. Beter kon niet! Bas was inmiddels ook aardig moe en blij dat ie een koele plek had om uit te hijgen.
Zoals ik schreef, hadden we uitzicht op de haven, waar een groep kinderen met veel herrie en gegil bezig was om van de steigers en meerpalen af te springen. Het zou mijn hobby niet zijn, maar ik heb dan ook hoogtevrees en ben geen kind meer. Maar het was wel een leuk om wat foto’s van te maken. De sport was om de foto’s zo te timen, dat er net één sprong en je dus als het ware iemand in de lucht zag hangen.
Terug bij de aanlegsteiger, duurde het nog tien minuten voordat de pont kwam, dus zijn we blijven wachten. Net als tijdens de heenreis op het achterdek gaan zitten, nu wel meer in de schaduw. Bas was uitgeteld en nadat ik een poging deed om ons op de foto te zetten, is hij gaan liggen en ik moest ‘m later echt aansporen op te staan!
Vervolgens via de Lingehaven naar huis gelopen, een bak koud water voor Bas neergezet en voor mezelf een ijskoud blikje drinken gepakt. Ik merkte dat ik best moe was en ik was ook een beetje verbrand op m’n schouders. Misschien dat het achteraf gezien geen goed plan was om met zulke hoge hitte te gaan wandelen, maar ik heb er gen spijt van gehad. Ik heb met Bas een heerlijke middag gehad en spontane invallen zijn vaak juist de leukste!