Iemand gebruikte onlangs een interessant woord om het aldoor veranderen en finetunen van mijn stijl aan te duiden: Hij noemde het de evolutie van Ester. Waarop ik reageerde: “Het mag ook revolutie zijn hoor!” Ik besloot er iets over te schrijven, in dit geval over het kleinste onderdeel van deze evolutie, namelijk, de make-up!

In tegenstelling tot velen, was ik vroeger totaal niet met dingen bezig die meiden tegenwoordig doen. Jongens interesseerden me niet en make-up of uitgaan waren de ver van m’n bed show. Iets wat er waarschijnlijk ook wel mee te maken had, dat ik in een andere omgeving opgroeide. Ik zat namelijk op een slechtziendenschool in Zeist, waar ik ook zes jaar heb gewoond.

Daarnaast waren m’n oma en moeder ook niet zo into make-up. Van oma kan ik me zelfs niet herinneren dat ze make-up gebruikte. Toen ik een jaar of vijftien was, heb ik wel geleerd hoe ik oogschaduw en lipstick aan kon brengen: The simple way. We spreken over de jaren tachtig, dus: Foute felblauwe oogschaduw en bijbehorende zuurstokroze lippen!

Geen wonder dat ik vervolgens make-up voor de eerstkomende twintig jaar afzwoer! Twintig, ja. Niet alleen daardoor overigens. Het lag me gewoon niet. Ik was altijd nogal een tomboy. Klom in bomen, vocht met jongens. zat op judo, racete graag rond op m’n fiets, dromend dat ik een snelle motorrijder was. Ik had zelfs speciale buitenspeelkleren, omdat ik altijd vies werd.

ik was vaak buiten te vinden en had niets op met poppen en andere meidendingen. Het enige meisjesachtige wat ik deed, was het bijhouden van een dagboek en schrijven van gedichten. Daar ben ik op jonge leeftijd al mee begonnen. You may say I’m a dreamer. En dat was ik zeker: Een stil dagdromertje. Iets wat ik het liefst bovenin m’n favoriete boom deed.

Make-up loos dus. Ook in de jaren negentig bleef dat onveranderd. Wel droeg ik shirts met neonprints en andere felgekleurde dingen. In het volgende decennia kocht ik zo soms oogschaduw, maar die gebruikte ik alleen bij speciale gelegenheden.

Ik vond het lastig, zonde van m’n tijd en zag het nut er niet van in. Van dingen als blenden, foundation, voor elke soort make-up een eigen kwastje en lipgloss, had ik nog nooit gehoord!

Hoe ouder ik werd, hoe interessanter make-up werd. Het enige wat me tegenhield, was faalangst. Zoals je weet ben ik slechtziend en opmaken is priegelwerk. Eigenlijk pas sinds een jaar of zeven, begon het zich te ontwikkelen.

Ik was met veel dingen echt een laatbloeier en hiermee dus ook. Het geeft niet, het past bij mij. Ik ben niet alledaags en daar horen niet-alledaagse dingen ook bij. Voorzichtig zette ik m’n eerste streken met een mascarakwastje. Het had nog heel wat oefening nodig, maar lukte beter dan ik had kunnen denken!

Ik heb een behoorlijk vaste hand, dus dat was in m’n voordeel. Het verschil was ook wel te zien! Vervolgens zette ik m’n nieuw vergaarde kennis in door regelmatig mascara en oogschaduw te gebruiken. Toch bleef het kriebelen: Ik zag steeds vaker mooie looks in tijdschriften en online. Een jaar of wat geleden begon ik voor het eerst met eyeliner en oogpotlood.

Ik had meteen vloeibare eyeliner gekocht, omdat ik vond dat ik dat moest kunnen. Trust me, ik kan het nog steeds niet, vaste hand of niet. Ik knoeide de helft in m’n ogen en dat was pijnlijk! Verder met het potloodje dus. Maar naarmate ik in dezelfde periode ook m’n stijl verder begon te finetunen, paste ik mijn make-up daarop aan. Met een potloodje kon ik na een paar weken goed werken, maar ik vond het resultaat niet geweldig.

Zoals ook met fotografie, hou ik van contrasten: Je mag die eyeliner best wel zien. Twee minuten tekenen om een fatsoenlijke lijn neer te zetten vind ik dus niets. Ik kocht andere potloden, eyeliner met een ander kwastje, maar het probleem bleef.

Zelfs met het dure Pupa potlood, kreeg ik ‘m niet zwarter dan met één van Kruidvat en met de nieuwe eyeliner smeerde ik nog altijd meer in m’n ogen dan erboven. Ondanks problemen met eyeliner, was ik wel verder gekomen wat betreft het gebruik van foundation en blush. Wat soms grappige situaties opleverde.

Zo was ik op een dag bij Etos en vroeg om foundation. Ik vertelde meteen, maar dat ik het nog nooit had gebruikt, of ze wilde uitleggen hoe het moest. Om te beginnen keek de Etos medewerker me stomverbaasd aan, omdat ik nooit een foundationkwast had aangeraakt. Ze adviseerde een foundation van L’Oréal. Peperduur, maar blijkbaar goed. Ik gebruik ‘m nog steeds, al heb ik onlangs begrepen dat ook make-up aan een houdbaarheidsdatum heeft.

Vervolgens kwam ze terug met een flesje, keek nog eens goed naar m’n gezicht en sprak de woorden: “Eigenlijk heb je geen foundation nodig, je hebt een perfecte huid!” Om vervolgens direct te vragen welke dagcrème ik gebruikte. Ik schudde m’n hoofd en antwoordde nonchalant, maar toch met gepaste trots, dat ik nog nooit een potje dagcrème aangeraakt had.

Je kunt je misschien al wel indenken wat voor soort reactie volgde. Haar mond viel open, ze kon het niet geloven! Ze beweerde toen dat elke vrouw dagcrème hóórt te gebruiken. Not for me. Ik ben het levende bewijs dat je ook een mooie huid kunt hebben zonder smeersels!

Ik begon meer te experimenteren op make-up gebied, had al een aardige collectie en begon het vaker te gebruiken. Dankzij die interesse begon ik me ook te focussen op beautyblogs, waarvan ik er nog steeds een aantal volg.

Dankzij blogs als Vera Camilla, heb ik, ondanks dat ik qua leeftijd niet tot de doelgroep behoor, veel geleerd. Make-up tutorials, do’s-and-don’ts, nieuwe producten en vooral de creativiteit die je aan de dag kunt leggen.

In feite is make-up ook een soort kunstvorm: Door bepaalde kleuren en lichte of juist donkere tinten op bepaalde plaatsen van het ooglid te zetten en te combineren, kun je mooie effecten creëren en iemand zelfs een andere oogopslag geven.

Voor het oogpotlood heb ik inmiddels een alternatief gevonden, namelijk gel eyeliner. In een special edition van Essence hadden ze een paletje met deze eyeliner en er werd een fijn kwastje bij verkocht. Sindsdien wil ik niet anders meer en raak ik zelfs m’n toch wel fijne Pupa oogpotlood nauwelijks meer aan.

Voor en na

Qua kleuren ben ik niet zo experimenteel. Het kan mooi zijn, maar ik schrik er voor terug. Bang dat de kleuren niet matchen of dat het niet bij mijn outfit past. Maar wat niet is, kan nog komen. De nieuwe trends voor lente en zomer 2011 beloven veel kleurrijks, dus wie weet…

Nu hoor ik je denken: Make-up, daar hoort toch lipstick of lipgloss bij? Alleen vergeet ik dat vaak. Doordat ik vaak donkere oog make-up draag, vind ik het niet mooi om dan opvallende lipstick te gebruiken. Meestal vind ik de natuurlijke kleur van m’n lippen het mooist.

Wat betreft de R voor de evolutie: Sinds ik me make-up eigen heb gemaakt, heb ik er ook mijn eigen draai aan gegeven. Zo draag ik op een doordeweekse dag gerust smokey eyes, terwijl anderen zoiets eerder voor een feestje bewaren. Een tikje revolutionair dus! :-) Foundation en blush gebruik ik nog steeds weinig. Naast die medewerker van Etos, vind ik zelf namelijk ook niet dat ik het nodig heb. Ik bewaar het meestal voor speciale gelegenheden.

Hierboven een tweeluik waarin je het verschil kunt zien van voor en na. De eerste foto is uit 2009, zonder ook maar een spoortje make-up. Foto twee maakte ik afgelopen vrijdag. Ik droeg hier foundation, poeder, bronzer, highlighter, metallic oogschaduw, gel eyeliner, mascara en lipgloss. Je kunt wel zeggen dat mijn look veranderd is!