Zoals je inmiddels denk ik wel weet, als je mijn blog vaker leest, heb ik het helemaal ontdekt in het wereldje van de verkeersregelaars. Nadat ik al twee jaar met een aantal evenementen meegelopen heb met mensen van de motorclub waar ik ook lid van ben en begin dit jaar zelf mijn certificaat haalde, kon het feest pas echt beginnen.

Nadat ik een weekend als verkeersregelaar werkte tijdens de Vesting3Hoekdagen en ongeveer anderhalve week geleden aanwezig was bij de Omloop van Aalburg, was afgelopen week wel een extreem geval. Ik heb namelijk bijna elke avond gewerkt!

Om te beginnen de Avondvierdaagse. Ik had gevraagd of ze nog mensen zochten. Vervolgens werd ik verzocht me op 6 juni om kwart voor 6 te melden op het stadhuis. Er zouden nog wat details worden doorgesproken en veiligheidshesjes en roosters uitgereikt. Ook was ik er vanuit gegaan dat ik deze avond zou werken, aangezien op maandag de voorloop-avond was en er ook verkeersregelaars moesten zijn.

Ondanks dat ik best tegen een stootje kan, was ik wel blij dat ik deze avond toch niet hoefde te werken, omdat mijn collega naar huis moest voor ziekenhuisbezoek. Maandag was het nogal kloteweer. Het had al geregend en geonweerd en op alle weerberichten stond te lezen dat het flink zou knallen, buien maar ook onweer.

Dinsdag zou m’n eerste avond zijn, binnen een tijdsbestek van zo’n tweeënhalf uur. Prima te doen, zeker omdat ik inmiddels al dagen van acht en tien uur zonder pauze gewend was. Degene met wie ik werkte, was een rustige man met wie ik het prima kon vinden.

We hadden twee posten per avond en onze eerste was op Het Eind. De tweede post was bij het zebrapad aan de Schelluinse straat. Als iedereen voorbij was op de ene post, gingen we naar de volgende. Ook dat vond ik leuk.

Dat betekende namelijk dat ik even lekker kon racen met de fiets. Aangezien je na half zes ook door het winkelgebied mag rijden, kon ik overal tussendoor crossen zonder dat ‘t me op een boete kwam te staan!

Woensdag stonden we eerst vlakbij het Stadhuisplein en daarna bij de Haarbrug. Aangezien ik niet uitgevogeld kon krijgen waar dat precies was, ben ik er samen met Fred (mijn collega) naartoe gereden.

Hij op z’n brommertje, ik op de fiets. Eenmaal bij de Haarbrug wist ik waar ’t was. Het was een lastig punt, omdat er hard gereden werd en er geen stoep was waar de wandelaars over konden. Desondanks hebben we alles in goede banen kunnen leiden.

Terug naar het stadhuis, moesten we over de kanaaldijk tussen de laatste groep wandelaars door rijden, dat was flink opletten! Ondanks dat we non stop aan het bellen en toeteren waren, waren er genoeg kinderen die daar geen erg in hadden of niet goed opletten. Kwestie van snelle reflexen hebben dus, waar het bij mij gelukkig niet aan ontbreekt. Zonder brokken weer aangekomen bij het stadhuis, waar we afsloten met een glaasje drinken.

Donderdag stonden we bij de Wijnkoperstraat (Gildenwijk) en de bedoeling was dat we daarna een post bij de Banneweg zouden hebben. Maar onverwachts kwam zowel de groep van de 5 als ook de 10 km. langs.

Terwijl we officieel alleen de 5 km groep zouden hebben. Tegen de tijd dat al het gepeupel voorbij was, was het al tien over acht en waren de meeste mensen al terug op het stadhuisplein, wat betekende dat wij daar ook meteen naartoe konden gaan.

Vrijdag zou de leukste dag worden, maar uiteindelijk werd het de minst leuke. Ik was al moe doordat ik al de hele week slecht sliep en moest alle zeilen bij zetten om alert te blijven. Toen het even na zessen ook nog aardig begon door te regenen, was het plaatje compleet. Ook de eerste post waar ik met mijn collega stond, was wat lastig.

We stonden op het drukste kruispunt van de binnenstad en ik moest auto’s tegenhouden die rechtsaf wilden slaan. Omdat ik pas op ongeveer twintig meter afstand kan zien of een auto de richting aangeeft, vergde dat extra energie. Plus dat ik regelmatig misleid werd, omdat sommige auto’s op het laatste moment richting aangaven of juist niet. En al die tijd bleef het doorregenen.

De tweede post bestond niet uit verkeer regelen, maar bordjes uitdelen aan de wandelaars. Tussen elke vierhonderd mensen, moest een fanfare-corps komen voor het defilé. Maar dat verliep nogal stroef. et was de bedoeling dat wij als verkeersregelaars achteraan sloten, samen met de EHBO’ers, om zo met z’n allen het defilé uit te lopen.

Terug op het stadhuis, zijn we de kantine ingedoken, ar we van een hapje en een drankje voorzien werden. Inmiddels was het al 9 uur en ik was aan ‘t eind van m’n latijn. Ik had moeite mijn ogen open te houden! Na een toespraak van de voorzitter van de avondvierdaagse en de burgemeester, kregen we allemaal een VVV-cadeaubon en niet veel later ging ik naar huis.

Je zou zeggen dat ik het weekend kon gebruiken om weer bij te komen, niets was minder waar! Halverwege de week was ik namelijk door iemand van de gemeente benaderd of ik mee wilde werken als parkeerwachter bij een evenement in de stad.

Het Let’s Share Festival, wat om elf uur begon en om één uur ’s nachts eindigde. Een paar dagen later werd ik gebeld met meer info en de uren die ik zou werken. Ik zou van half negen tot half twee staan, met nog iemand.

Overdag was ik niks waard. Ik had niet best geslapen en overdag nog wat proberen te slapen op de bank. Tussendoor ben ik mijn t-shirt en polsbandje op gaan halen op het feestterrein en ik was blij dat ik om half negen pas op hoefde te draven.

Desondanks mezelf op weten te lappen en rond kwart over acht richting Buiten de Waterpoort, waar ik opgewacht werd door m’n collega, dezelfde man die bij de Vesting3HoekDagen mijn coördinator was geweest.

Uiteindelijk bleek het dit keer niet om een heel actieve functie te gaan. De auto’s moesten de parkeerplaats op gedirigeerd en alleen exploitanten, crew en artiesten mochten op de speciaal daarvoor bestemde parkeerplaats. Daarvoor moest het dranghek dan opzij geschoven worden. Verder bestond mijn taak uit toezicht houden.

In het begin stonden we samen, waardoor ik niks te doen had. Dus ging ik af en toe een ronde doen over de parkeerplaatsen om te kijken of daar voldoende plek was en te checken of er geen gespuis rondhing of pogingen tot inbraak waren. Dat was gelukkig niet het geval.

Als de grote parkeerplaats vol zou raken, zouden we naar het begin van het terrein moeten verkassen om daar al het verkeer af te laten buigen naar elders. Op de mensen die op de speciale parkeerplaats mochten na dus. Maar zover is het uiteindelijk niet eens gekomen, ondanks dat ‘t behoorlijk druk was. De meesten kwamen lopend of met de fiets.

Vanaf een uur of half elf heb ik alleen gestaan. M’n collega werd door politie opgeroepen om elders te staan, dus hield ik de boel in m’n eentje in de gaten. Kanttekening was dat ik geen hesje droeg, wat officieel verplicht is. Maar ik had ’s morgens al iemand gesproken die al twee uur op hesjes liep te wachten en die zijn blijkbaar uiteindelijk niet gekomen.

Desondanks was duidelijk dat ik geen bezoeker was, ondanks dat ik op geen enkele manier herkenbaar was als iemand met functie. Zelfs m’n polsbandjes waren inmiddels verdwenen onder het vestje en de regenjas die ik maar had aangetrokken omdat ‘t best fris was, zelfs in een truitje met het t-shirt van de organisatie eroverheen.

Sowieso vond ik dat best grappig: Op het moment dat je dus niet als zodanig herkenbaar bent komt het puur op uitstraling en houding neer. Altijd wanneer werk als verkeersregelaar, merk ik als het ware in een andere huid stap zodra ik m’n hesje aantrek en mijn dienst begint.

Zelfs de ladingen jongeren, toch wel de groep die het normaal gesproken vaak nodig vindt om mij te bestoken met rotopmerkingen, hadden respect voor me en waren beleefd. Zo hoort dat! Dat is dus het perfecte voorbeeld van hoe je uitstraling het gedrag van andere mensen naar jou toe kan beïnvloeden. Op het moment dat ik ‘in functie’ ben, ben ik ook écht zelfverzekerd.

Ik stap overal op af, laat me niet verleiden tot discussies ik voel me goed in die rol. Het is niet dat ik het fake omdat ‘t erbij hoort, dat zou niet werken. Dat fenomeen is denk ik net zoiets als artiesten die een gedaanteverwisseling ondergaan, zodra ze het podium op stappen.

De avond verliep rustig en zonder incidenten. Wel heb ik enkele automobilisten aangehouden. Er was een vrouw die rondreed met kapotte koplamp die ik een stopteken gaf en vervolgens uitlegde wat er aan de hand was. Volgens mij dacht ze dat ik van de politie was of zo, want ze begon meteen te sputteren.

Voor mij hoeft ze echt niet bang te zijn, ik heb als verkeersregelaar de bevoegdheid iemand tegen te houden of aan te houden, maar ik kan mensen alleen een waarschuwing geven. Zoals mijn collega (die trouwens ex-agent is) al zei: Ze kunnen beter van ons horen wat ze verkeerd doen dan van de politie, dan zijn ze de pineut!

Later was er een jongen in een auto die opeens midden op straat bleef staan. Ik had het even aangekeken totdat ik een auto vanaf het parkeerterrein zag naderen. Toen ben ik erheen gegaan en heb ‘m erop gewezen dat hij midden op de weg stond en of hij door wilde rijden.

Later was er een geval waar ik lol in had. Veel auto’s parkeerden op de stoep net om de bocht, wat natuurlijk uit den boze is. Vaak keek ik het even aan omdat ze meestal mensen af gingen zetten en na een half minuutje vertrokken. Maar er waren er ook die daar hun auto neer kwakten en vervolgens naar het evenement gingen.

Zo was er ook één die met draaiende motor al minstens twee minuten geparkeerd stond, toen ik besloot er op af te gaan. Het grappige is dat zelfs de manier waarop ik mensen benader anders is dan dat ik normaal zou doen. Heeft denk ik ook met die zelfverzekerdheid te maken.

Op mijn vraag of ze zich ervan bewust waren dat ze hier niet mochten parkeren, kreeg ik heel bijdehand te horen dat ze niet aan het parkeren waren. ‘Wat denkt u dan dat u aan het doen bent?’ diende ik ze van repliek. Nee, ze waren alleen even aan het stoppen. Hooguit 2 minuten.

Omdat ik verder niets kon doen en alleen een waarschuwing kon geven, ging ik terug naar m’n post, maar stiekem had ik wel leedvermaak toen ik zag dat er net een politieauto naderde, toen ik weer op mijn post stond.

Zoals ik vermoedde, stopte hij naast de automobilist die ik zojuist had aangesproken en ik denk dat ze er met een waarschuwing vanaf zijn gekomen, want niet veel later reed zowel de politieauto als de fout geparkeerde auto weg.

Een ander grappig voorval was een auto vol gastjes die ‘een vrouwelijke uitsmijter’ vet cool vonden. Toen ik vertelde dat ik geen uitsmijter was maar verkeersregelaar en toezichthouder, vonden ze het nog steeds cool.

Vervolgens werd gebedeld om mijn telefoonnummer (nee) en m’n e-mail adres (sorry, daar doen we niet aan). Echt, dat heb ik nog nooit meegemaakt! Hoezo zijn mensen in functie opeens een stuk aantrekkelijker.

Bijna aan ‘t eind van m’n dienst kwam een groepje jongeren aan, waarvan één van de jongens bij mij bleef hangen. Volgens mij had hij al het nodige op. Hij bleef maar kletsen. Dat het koud was en of ik het ook koud had.

En dat als ik thuis was, ik warme chocomel moest maken met slagroom en dat hij eigenlijk helemaal geen zin had om nog naar de kroeg te gaan. Uiteindelijk wilde de rest van z’n groepje graag dat hij mee ging en tegelijkertijd kwam mijn collega op z’n scooter aan, omdat onze dienst erop zat. Zo maak je nog eens wat mee.

Wat ik trouwens bijna vergeet en waar ik stiekem best trots op ben: Toen ik afgelopen week benaderd werd voor deze functie, zei die mevrouw van de gemeente erbij dat ze een goede referentie voor me had gehad van de man waar ik zaterdag mee werkte. Dat was natuurlijk al leuk om te horen, totdat die man in kwestie me zaterdag vertelde dat hij haar zelfs specifiek om mij gevraagd had. Hoezo veren in je kont!

Later wist hij ook te vertellen dat hij kort na de Vesting3HoekDagen een evaluatiegesprek met de politie had gehad over hoe ‘t verlopen was en vooral met het oog op verkeer en veiligheid en verkeersregelaars. Hij vertelde dat de politie zeer te spreken was over de verkeersregelaars die hij onder zijn hoede had gehad (ik dus ook) en dat ze graag opnieuw wilden samenwerken.

Sowieso maak ik vanaf nu deel uit van een vast team. Wel zo prettig, omdat je elkaar dan kent en weet waar je aan toe bent. Voor hem is dat ook prettig, omdat hij mensen heeft waar hij van op aankan en waarvan hij weet dat ze geen gekkigheid uithalen.

Ondanks dat een functie als verkeersregelaar op zich niet heel bijzonder lijkt, is het toch wel een functie met een grote verantwoordelijkheid. Sowieso kun je je niet verloven om je niet correct te gedragen. De manier waarop je mensen benadert, mag niks te wensen overlaten en als jij niet gemotiveerd bent, zijn mensen ook niet gemotiveerd om aanwijzingen op te volgen,

De kans is groot dat ik vanaf nu vaker benaderd zal worden om mee te werken en dat vind ik alleen maar leuk. Ik ben ook al ingeroosterd voor een evenement in september, waar ik toevallig eerst al zelf achteraan was gegaan. Vanaf nu hoef ik dat dus niet meer zelf te doen.

Mijn volgende klus is over een paar dagen al. Zaterdag ga ik verkeer regelen bij de Truckrun in het Land van Altena. Vorig jaar mocht ik mee met de motor, maar dit jaar kon dat niet. Maar als ik iets wil, dan moet ‘t ook gebeuren, dus ging ik er zelf achteraan, met als gevolg dat ik alsnog ingezet word als verkeersregelaar.