Ik schreef in april al, dat ik een dagje ‘vakantie’ had gevierd in Woudrichem en dat heb ik eergisteren nog eens over gedaan. Ik ga echt steeds meer van dat stadje houden! Eerder was ik nooit zo weg van Woudrichem, vond ‘t saai, geen leuke winkels. So what historisch vestingstadje. Ik woon nota bene zelf al jaren in een historische vestingstad en die is nog groter ook.
Maar zoals dat vaker gaat, wanneer je ergens echt naar gaat kijken, meer ontdekt en meer tijd doorbrengt, merk je steeds meer details op die je mooi vindt en zie je de schoonheid ervan. Zo ben ik inmiddels verknocht geraakt aan de huisjes die zich aan de Rijkswal bevinden.
Ook vind ik het keer op keer leuk om over de stadswallen te lopen, ook al ben ik binnen twintig minuten al rond. Elke keer ontdek ik weer iets nieuws. Zij het een plekje met mooi uitzicht over het stadje of een boom die prachtig in bloei staat. De vorige keer heb ik op verschillende plekken roze bloesems gezien, dit keer waren er schapen met lammetjes.
Bas en ik gingen dinsdag rond half 2 met de pont naar Woudrichem en liepen via de rechterkant de wal op, om op ons gemakje rond te kijken. Nadat we een poosje bij de schapen hebben gekeken (Bas vond de lammetjes geweldig) liepen we verder. Ik had m’n camera bij me en heb de nodige foto’s gemaakt. De foto’s die je in deze blogpost ziet, zijn met de gewone camera en m’n iPhone gemaakt.
Nadat we de stadswal rond hadden gelopen, zijn we met het voetveer overgevaren naar Slot Loevestein. In een flinke roeiboot met buitenboordmotortje. Bas vindt dat helemaal niet eng en sprong enthousiast in het bootje, om vervolgens rustig op het bankje te gaan liggen. Hij vindt varen echt geweldig.
Eenmaal aan de overkant, hebben we eens niet de standaard route over ‘t pad genomen, maar zijn we direct linksaf de natuur in gegaan. Het komt er daar wel een beetje op neer dat je goed moet uitkijken waar je je voeten neerzet en het heeft een hoog survival gehalte.
Maar dat vind ik juist wel leuk en Bas en ik genoten volop. De foto hierboven heb ik met m’n iPhone gemaakt, toen we even uitgerust hadden in de schaduw van een boom. We kwamen op de punt uit, waar je recht tegenover de aanlegsteiger van de veerpont in Woudrichem staat en dat is exact het punt wat de scheiding vormt tussen Maas en Waal. Ook beschreven door het bekende gedicht van Herman de Ruiter.
Waar Maas en Waal te zamen spoelt
En Gorkum rijst van ver,
Daar heft zich op den linker zoom
En spiegelt in den breeden stroom
Een slot van eeuwen her.
Toen we terug liepen, stond er opeens een kudde koeien. Ik heb even gegoogeld en volgens mij zijn het West-Vlaamse koeien. Erg groot in elk geval en met horens waar je bang van wordt.
Ik ben absoluut niet bang van koeien, maar omdat er verhalen gaan dat deze best brutaal kunnen zijn en achter mensen aan gaan, had ik het er niet zo op. Zo’n beest is toch iets sterker en groter dan ik! Weer op het pad, gingen we met ‘t voetveer terug.
Grappig is dat je daar ook op een soort drie-provinciepunt zit. Met de veerdienst vaar je niet alleen over van Gorinchem naar Woudrichem, maar ook van Zuid-Holland naar Brabant. Als je met ‘t voetveer overvaart, ga je van Brabant naar Gelderland.
In Woudrichem nog een stukje over de wal gelopen en naar de Pannenkoekenbakker, waar we, net als vorige keer, genoten van een overheerlijke pannenkoek. Ik had er één met appel, kersen, slagroom en kaneelsuiker. Voor Bas een peuterpannenkoek, waar hij net zo intens van genoot als ik van de mijne.
Daarna op ons gemak richting d’n Bol gelopen en nog even op de houten steiger gezeten, om te wachten tot de pont aanmeerde die ons naar huis zou brengen. Eenmaal thuis is Bas in zijn mand gaan liggen en heeft de hele avond geslapen. Hij was bekaf en zelf was ik ook moe. Het was een heerlijke dag!