Soms heb ik zin om een beetje te filosoferen en dit keer was dat over het thema gezelligheid. Dat daar eigenlijk meerdere betekenissen aanhangen en dat het vaak zelfs per persoon verschilt wat iemand gezellig vindt Dat gezelligheid niet per definitie ‘met meerdere mensen zijn’ hoeft te betekenen en dat het ook van heel andere factoren af kan hangen.

Ik kwam op dit onderwerp, doordat ik zaterdagavond, lang nadat de visite naar huis was, echt zoiets had van. Wat is het gezellig zo! Dat kan een restant zijn van de avond, maar het werd ook bepaald door omgevingsfactoren.

Her en der brandden kaarsjes, de lamp op de eettafel was gedimd en in huis hing een geur die een mengeling was tussen een laatste restje pannenkoeken (die ik gebakken had), geurkaars en het wierookbrandertje. De verwarming stond bij uitzondering op 20 graden en het was ronduit aangenaam te noemen. Al die factoren bij elkaar, maakten dat ik een ‘gezellig’ gevoel had.

Sfeer in huis

Ook meubels doen veel om de sfeer in een gebouw te bepalen. ‘Gezellig’ wordt in dat geval vaak verward met knus of huiselijk, maar aangezien gezellig officieel ook benoemd wordt als ‘een aangename sfeer’ en knus een synoniem is, kun je het denk ik niet echt ‘verward met’ noemen.

Sinds ik mijn rode leren hoekbank in huis heb staan, vind ik het er ook gelijk een stuk gezelliger uitzien. Mijn interieur is enerzijds behoorlijk modern, met strakke vormen, veel zwart, grijs en een beetje zilver, maar aan de andere kant heb ik ook m’n best gedaan er iets heel huiselijks van te maken door voor warme houtkleuren (grenen kleur) te kiezen en natuurlijk de accessoires.

Ik ben niet zo’n vrouw die elke hoek in huis volstouwt met kussens ‘omdat dat zo gezellig staat’, maar op mijn manier heb ik er echt een huiselijk holletje van gemaakt. Waar ik vroeger nogal van de snuisterijen was (lees: de hele vensterbank vol) heb ik al die ‘troep’ afgezworen en staat er hooguit hier of daar een setje kaarsenhouders of een ‘museumstuk’ in de vorm van een loodzware stenen Faraokop uit Egypte.

Ik hou niet van een huis vol kleine dingetjes, ik wil overzicht kunnen houden en ik vind het, sinds ik eindelijk erachter ben wat mijn stijl is qua huisinrichting, ook echt mooi. Het doet misschien wat mannelijk aan, maar juist door het kleurgebruik vind ik het zeer zeker ook wel vrouwelijkheid uitstralen. Ik las onlangs nog dat je interieur een weerspiegeling is van jezelf en dat komt bij mij wel heel dicht bij.

Mijn interieur is, net als ikzelf, stoer maar vrouwelijk en met mijn favoriete kleuren rood, zwart en grijs. En als ik dan zo op mijn favoriete plekje op de bank zit met een deken over mijn benen, een hond of kat op schoot, een bak thee binnen handbereik en een fijne geurkaars op tafel, kan ik dan ook zomaar overvallen worden door zo’n ‘Hè, wat gezellig’ gevoel.

Gezellig (om weer bij het onderwerp terug te komen) hoeft voor mij dus ook niet per definitie met andere mensen te zijn. Ik ben vaak erg op mezelf en ook erg gesteld op alleen zijn, altijd al geweest. Ik ben van mening dat je het altijd gezellig kunt maken, óók in je eentje. Dat neemt niet weg dat ik het ook wel gezellig kan vinden met andere mensen, maar dat is niet altijd zo.

Als ik naar een verjaardag ben geweest zal ik bij thuiskomst niet automatisch zeggen ‘nou, dat was even gezellig!’ Ik moet wel echt dat gevoel hebben, een combinatie tussen plezier, lachen, saamhorigheidsgevoel en op één lijn zitten. Dat klinkt als veel voorwaarden voordat ik het gezellig heb, maar het klinkt erger dan het is.

Ik heb genoeg avonden meegemaakt dat ik, na afloop, gewoon nog niet wilde slapen omdat ik dat gevoel vast wilde houden. Dat je kaken en je buik nog pijn doen van het lachen dat je de gekste anekdotes het liefst op zou willen schrijven om ze later nog eens na te lezen en je het blije gevoel in een potje met een deksel wilt bewaren.

Ook een wat intiemere sfeer kan gezellig zijn. Een goed gesprek, kaarslicht, lekker eten, wijntje erbij. Het is eigenlijk best bijzonder dat één woord zoveel betekenissen kan hebben en dat het op zoveel manieren te uiten is. In de zomer op een terrasje, in de winter bij de kachel met een warme kop chocolademelk, in de herfst door een wandeling in de natuur te maken en in de lente door te picknicken onder de lentezon.