Tijd dus om weer eens te schrijven zonder regels, richtlijnen en vooraf bepaalde agendapunten, ook wel bekend als ‘uit je nek kletsen’. Dit zal een met regelmaat terugkerend item worden en de inhoud zal variëren van random talk tot een artikel met een bepaald thema waar ik iets over te zeggen heb. Maar vooral niet al te serieus! Deze keer staat het thema ‘Kieskeurig’ centraal.

Ik ben kieskeurig. In alle toonaarden. Van voor naar achter, van links naar rechts (ja, kijk maar even naar je (denkbeeldige) ring waar rechts ook alweer zit) en van binnen naar buiten. Ik durf er ook best voor uit te komen.

Al klinkt kieskeurig, nu ik het opschrijf, eigenlijk best als een naar woord. Kies, knies, knieperig. Keurig (ook al zo’n woord wat niet bij me past). Roept associaties op met kneuterig, zeurderig, niets is ooit goed genoeg. Hmm.

Zo zie ik het echter niet, het is voor mij meer als in het-moet-perfect-zijn dan het-is-nooit-goed-genoeg. Dat geeft er toch gelijk een heel andere draai aan, right? Ik ben eigenlijk bijna overal kieskeurig in, maar er zijn ook momenten dat ik spontaan alles laat varen en niet meer zo nauw kijk. Laat me een paar voorbeelden geven.

Motoren: Ik ben er gek van en steek dat bepaald niet onder stoelen of banken. Maar als je denkt dat ik vrijwillig op alles plaatsneem wat twee banden en een motorblok heeft, heb je het goed mis! Neem nu een Honda Goldwing (ook bekend als bankstel). Daar wil ik serieus nog niet dood op gevonden worden. Motoren van het merk BMW zie ik het liefst op de schroot en gouwe ouwe zoals BSA, Norton en Moto Guzzi in een museum voor curiositeiten.

Ook op de meeste ‘moderne’ merken heb ik wel iets aan te merken. Te suf, geen uitstraling, te lomp of gewoon te lelijk. Ducati komt er nog redelijk goed vanaf (ik kan mijn oude liefde tenslotte niet zo hard afvallen) en van Kawasaki is er warempel één model waar ik ook wel warm voor loop, de rest vind ik te groen en te jankerig. Als we het dan toch over associaties hebben.

Yamaha (ook wel bekend als Japanse Tupperware onder haters), dát is mijn merk. Ik kan zo gauw ook geen Yamaha-model bedenken wat ik niet om aan te zien vind, of het moet er één van voor Christus zijn. Oude motoren doen me namelijk niets.

Om verder op details in te gaan: Yamaha Fazer is de naam van mijn oogappeltje en eye candy. Ware liefde! Maar als het even kan wel één uit de FZ1 serie en dan het liefst ook nog het 2007 model, want die vind ik het mooist.

Als je denkt dat dat al kieskeurig genoeg is, zit je ernaast. Hang er de verkeerde uitlaat onder (bijvoorbeeld de ook bij dit model veelgebruikte LeoVince) en ik keur ‘m geen blik meer waardig. Ik heb nu eenmaal niets met opgevoerde stofzuigers.

Ik zei toch dat het perfect moest zijn?

Een ander voorbeeld is mijn liefde voor de kleur rood. Ik slaap, eet, leef, drink, voel en hou van rood. Maar dan moet het wél precies de juiste kleur zijn. Zo ben ik al sinds vorig jaar augustus op zoek naar een winterjas (momenteel staat de zoektocht even stil). Een rode. Maar zoveel jassen dat ik gekeurd en gepast heb, er zat er geen één bij die helemaal perfect was.

En dan bedoel ik voornamelijk de kleur. Zelfs een jas die ik helemaal geweldig vond, hing ik toch terug als de kleur niet precies goed was. Mijn rood moet écht rood zijn, geen rozerood, geen flets rood en al helemaal geen rood wat doorslaat naar oranje. Het is pas een doorslaand succes als het rood zo puur is als die van verse aardbeien.

Tot slot een voorbeeld waaruit blijkt dat zelfs ik soms mijn hang naar kieskeurigheid verlies. Je hebt soms van die momenten dat je iets ziet waardoor je spontaan je relativeringsvermogen lijkt te zijn verloren en alleen nog kan denken ‘ik-wil-het-ik-wil-het-ik-wil-het’. Termen als ‘verstandig nadenken’ en ‘misschien beter van niet’ negeer je stoïcijns, want hé, waarom zo voorspelbaar! Ik heb het al eens met een man meegemaakt, dit keer was het een motorhelm.

Ik moet al een tijdje een nieuwe helm, al meer dan een jaar eigenlijk. De mijne is nog niet eens 5 jaar oud, maar hij is te ruim geworden. Ik kan hem zonder tussenkomst van handen of andere lichaamsdelen afdoen en dat is niet echt zoals het hoort. Ook is mijn bifi (Bieffe, maar ik noem het rode gevaarte steevast bifi) niet bepaald meer wind- en waterdicht.

Als het een beetje stevig waait of er een pittig buitje valt, waaien respectievelijk de oordoppen uit m’n hoofd en verzuip ik in mijn helm. Oké, dat is een klein beetje overdreven, maar hé, als ik al de pech tref dat de hemel uitgerekend openbreekt op het moment dat ik op een motorfiets zit, zou ik toch wel mogen verwachten dat mijn helm tenminste van binnen droog blijft!

Een nieuwe helm dus. Maar helmen zijn duur en mijn bankrekening is niet zo dik. Een beetje helm kost al gauw twee, driehonderd euro, met uitersten in de richting van zes, zeven of zelfs achthonderd euro of meer. Aan de andere kant is het wel je hoofd wat je ermee beschermt.

Ik ben een paar jaar geleden bij het testcentrum van Arai geweest en heb met eigen ogen mogen aanschouwen wat er gebeurt met helmen van het kaliber Lidl of ALDI. Ook weet ik inmiddels dat er veel, zo niet heel veel gradaties zijn in de keuringen waaraan helmen worden onderworpen en in dit geval geldt helaas vaak wel: hoe duurder, hoe veiliger. Als je dan zo’n cardboardhelm van de Lidl tot moes geprakt ziet worden in de ‘klappenkast’, ga je toch wel even nadenken.

Lastige kwestie dus, tenzij je stiekem even op Marktplaats gaat kijken wat er te halen valt. En daar zag ik ‘m staan. Een tweedehands Shoei met ongelofelijk stoere print, grijs met wit en zwart. Weinig gedragen, geen krassen of schade, stond er bij. Precies de goede maat, redelijke prijs, kon niet beter! Gelijk gemaild of ie nog te koop was en daarop bevestigend antwoord gekregen.

Intussen het goede nieuws ook aan een aantal mensen in mijn omgeving verteld, toevallig allemaal motorrijders. Maar tot mijn ongenoegen was niemand echt enthousiast en werd ik meer dan eens gewaarschuwd voor de gevaren van het kopen van een tweedehands helm.

Als zo’n ding namelijk eenmaal een keer op de grond geknikkerd is, heb je er niets meer aan als het noodlot een keer toeslaat en omdat de schaal van zo’n helm zó hard is, hoef je daar aan de buitenkant helemaal niets van te zien.

Uiteindelijk toch maar mijn verstand teruggefloten en de verkoper in kwestie met spijt in mijn hart gemaild dat ik de gok toch maar niet ging wagen en verder ging sparen voor een nieuwe. Dat zal dan wel geen Shoei worden, maar van HJC hebben ze ook leuke modelletjes met een stoer printje. Degene die ik tot nu toe het mooist vind, kost nog € 240, maar dan heb ik wel een nieuwe. Al zal ik daar nog voor moeten sparen.

Dit voorbeeld wijst overigens uit dat kieskeurigheid soms verdrongen wordt door de aantrekkingskracht van iets moois. Misschien wel vrouw-eigen. Graaf maar eens in je geheugen wanneer je ook alweer voor het laatst die iets te dure oogschaduw met mooie verpakking hebt afgerekend, terwijl in je achterhoofd een stemmetje toeterde dat je thuis al twee oogschaduws in dezelfde kleur had liggen. Ik bedoel maar.

Al met al ben ik over het algemeen niet ontevreden met mijn kieskeurigheid, al zou ik het soms prettig vinden dat ik iets minder streng voor mezelf zou zijn. Wat andere dingen betreft kan ik er alleen maar blij mee zijn. Als ik een blog geschreven heb, kijk ik ‘m altijd minstens twee keer na.

Ben ik aan het fotograferen geweest, dan verdwijnt alles met het predicaat ‘aardig’ linea recta in de prullenbak. Niets mis dus met kieskeurig zijn, maar het zou misschien beter zijn als het beestje een andere naam kreeg met een iets positievere klank. :-)