Het is niet voor ‘t eerst dat ik roep dat ik soms inspiratie haal uit de gekste dingen, dat is nu niet anders. Zo nu en dan schrijf ik een serieus annex informatief artikel over een onderwerp waarvan ik vind dat het gewoon bespreekbaar moet zijn en waarbij ik put uit persoonlijke ervaring. Dit keer staat het onderwerp fobieën centraal.
Het woord fobie is inmiddels verworden tot een veelgebruikt woord, zonder dat het echt de lading dekt. Een beetje net als al jarenlang het geval is geweest met het woord ‘depressief’.
Die jonge knul die depressief wordt van dat zesje op z’n rapport en die vrouw die een fobie heeft voor blauwe enveloppen (op Twitter gelezen). Op zich geen probleem, ware het niet dat deze ‘verbastering’ er wel voor kan zorgen dat mensen die serieus aan zo’n aandoening lijden, hierdoor niet altijd serieus genomen worden.
Wat is angst?
Om dingen uit te leggen, moet je terug naar de kern. Een fobie of angststoornis, wordt veroorzaakt door angst. Maar wat is angst eigenlijk en wat doet het. Angst is een subliem stukje programmeerwerk van Moeder Natuur, waardoor mensen (en trouwens ook dieren) binnen een paar seconden alert zijn en over kunnen gaan tot actie.
Kijk, als je in de prehistorie een nijdige beer voor je hol had staan, kon je wat moeilijk de deur dichtgooien en de politie (of de dierenbescherming) bellen. Dan moest je handelen. Hier en nu. Vechten of vluchten!
Je bloeddruk gaat omhoog, je hart gaat sneller kloppen en in je hersenen wordt er een complete alarmcentrale in gereedheid gebracht, de zogenaamde neuronale circuits. Alles om ervoor te zorgen dat je kunt presteren, of je nu gaat vluchten of de strijd aangaat. Ik zei het al: briljant! Met angst is ook niets mis, het hoort erbij, het is zelfs goed voor je want het houdt je alert. Minder wordt het, als de angst niet in verhouding is, of komt opzetten in situaties waar ie niet nodig is.
Het verschil
Het verschil tussen normale angst (die overigens in verschillende vormen bestaat) en een fobie of angststoornis, is het makkelijkst uit te leggen aan de hand van een voorbeeld. Stel, je hebt een huis met een alarmcentrale.
En dan bedoel ik dus niet een lullig zoemertje: Nee, zo één met knipperlichten, toeters, bellen en automatische meldingen naar politie en andere hulpdiensten. Als er op een nacht dan zo’n gluiperd wil inbreken, gaat de hele kermis af. Perfect!
Maar wat nu als diezelfde bonte kermis aanslaat, wanneer jij ‘s morgens je computer aanzet, een keukenkastje opent om je lunch klaar te maken of als je dat ene kastje wilt verzetten. Dan klopt er iets niet. Zo kun je een fobie ook zien.
Onterecht gegenereerde angst bij voorwerpen of in situaties waarbij er geen duidelijk aanwijsbaar gevaar is en wanneer de angst duidelijk niet in proportie staat tot het voorwerp of de situatie.
Wat is een fobie?
Mensen met een fobie zullen in alle gevallen proberen situaties te vermijden waarin het fenomeen wat de angst veroorzaakt in voorkomt. De term fobie komt van het Griekse woord fobos, wat angst of vrees betekent.
Een fobie is een ziekelijke angst voor bepaalde voorwerpen of situaties. Sommige fobieën ontstaan in de jeugd en verdwijnen ook vanzelf weer zodra men volwassen wordt, andere blijven langer hangen, of ontstaan pas op volwassen leeftijd.
Veel voorkomende zijn bijvoorbeeld acrofobie (hoogtevrees), avifobie (vliegangst), claustrofobie, hematofobie (bloedangst), sociale fobie en agorafobie (pleinvrees). Angstzweet, hartkloppingen, verhoogde bloeddruk, zweten, soms ook hyperventilatie zijn symptomen die voorkomen, zodra iemand met een fobie geconfronteerd wordt met het voorwerp of de situatie waar de angst om draait.
Persoonlijke ervaring
Natuurlijk zou ik niet over fobieën schrijven als ik daar niets over wist. Zelf heb ik er helaas ook één, of eigenlijk zelfs twee. De minst vervelende is de fobie voor wespen. Minst vervelend omdat ik situaties waarin deze op komt zetten, aardig weet te vermijden. Het afgelopen jaar heb ik geen enkele wesp gezien en ik zorg er ook altijd voor dat ik bij ze uit de buurt blijf. Zo zal ik in de zomer en met name in augustus niet snel buiten eten, zelfs al is het 30 graden.
De wespenfobie heb ik al zolang als ik me kan herinneren, ik verander van mijn kalme zelf in een hysterische idioot en kan mezelf met geen mogelijkheid kalmeren, zolang ‘dat beest’ in mijn buurt is. Ik heb het ook meegemaakt dat ik in een volle trein zat terwijl zo’n kreng om m’n hoofd zoemde, ik dacht dat ik gek werd!
Zelfs als ik nu ter plekke aan een wesp denk, voel ik mijn lichaam direct verstrakken. Degene waar ik het meest last van heb en die me zelfs in mijn functioneren belemmert zodra het ‘zover is’, is een ziektefobie.
Niet te verwarren met hypochondrie. Mensen met hypochondrie zijn er stellig van overtuigd dat ze een ernstige ziekte hebben, zonder aanwijsbare reden. Bij een ziektefobie ben je bang om een ernstige ziekte te krijgen.
Bij mij is dat voornamelijk kanker. De eerste keer waarvan ik me kan herinneren dat ik geconfronteerd werd met extreme angst om een ernstige ziekte te hebben, moet ergens eind jaren negentig zijn geweest. Het langste wat ik ergens mee rond heb gelopen, is 3 maanden.
Waar ik normaal uiterst beheerst en ‘alles onder controle’ ben en uitstekend kan relativeren, lijkt het alsof er op zo’n moment een knop om gaat, een blinde paniek overvalt me zodra ik iets opmerk wat ik zie als een mogelijke verwijzing naar ziekte en mijn sterke analytische vermogen wordt opeens een vreselijke eigenschap,
Angst in zo’n extreme vorm, waar je dan ook nog totaal geen vat op hebt, doet ontzettend veel met je, zowel fysiek als mentaal. Daarnaast kom je in een soort vicieuze cirkel terecht.
Door alleen bezig te zijn met het stukje van je lichaam waaraan je iets ontdekt hebt, houd je de eventuele pijn en in elk geval het gevoel wat je erbij hebt gekregen, in stand. Het brein heeft veel meer invloed op ons lichaam dan we soms denken. Zie het als een placebo, maar dan precies omgekeerd.
Behandeling
Een fobie hebben is geen piece of cake. Het goede nieuws is dat elke fobie te behandelen is. Daarbij wordt vaak gebruikt gemaakt van cognitieve gedragstherapie in combinatie met medicatie en de zogenaamde exposure behandeling.
Hierbij staat de confrontatie centraal. Goed te gebruiken bij bijvoorbeeld een fobie voor spinnen of voorwerpen, minder geslaagd bij een fobie voor niet-tastbare onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de ziektefobie.
Zelf ben ik nooit behandeld voor mijn fobieën. Ergens hoop ik dat ze vanzelf overgaan. In mijn jeugd kende ik ook extreme angst voor onweer en naalden, maar dat verdween vanzelf toen ik ouder werd. In theorie waren dat ook fobieën, maar ik ben er geen voorstander van om overal een label op te plakken als het ergens op lijkt.
Angst voor onweer zie je vaak bij kinderen, angst voor naalden is waarschijnlijk ontstaan doordat ik als baby veel geprikt ben in het ziekenhuis. Wat dat betreft doen ze dat tegenwoordig wel beter: Er wordt nu een ‘lijntje’ aangelegd, waardoor je een permanente verbinding met een ader hebt, wat de kans op kapotte aderen en een trauma tot een minimum beperkt.
Bespreekbaar
Zoals ik al schreef, vind ik het belangrijk dat bepaalde onderwerpen gewoon bespreekbaar zijn. Helaas is een fobie nog steeds een onderwerp waar vaak de spot mee gedreven wordt.
Het woord hypochonder wordt bijvoorbeeld ook meer dan eens gebruikt om iemand aan te duiden als ‘een aansteller’. Daarom is het belangrijk om te weten hoe dingen echt zijn, met voorbeelden en medische achtergrondinformatie. En dat is precies waarom ik dit wilde schrijven!