Toen ik onlangs deze tag tegenkwam, was ik gelijk van plan om hier zelf ook eens iets mee te gaan doen, als ik tenminste zou durven! Dingen op m’n blog schrijven die ik liever niet vertel, tja, dat is eigenlijk best wel eng! Toch wilde ik de uitdaging graag aangaan en vandaag kun je dus lezen over dingen die ik liever achterhoud!

1. Niet mezelf

De meesten hebben rond hun puberteit een periode dat ze gaan experimenteren, om te ontdekken wie ze zijn en wat bij hen past. Als eeuwige laatbloeier was ik daar iets later mee en bij mij duurde die periode zo ongeveer van m’n vijfentwintigste tot m’n vijfendertigste. Ik had het ene kapsel na het andere en wisselde ook regelmatig van kledingstijl. Eigenlijk was het niet eens een kwestie van ontdekken wie ik was, maar meer mezelf verschuilen achter een masker.

Ik ben nog altijd onzeker, maar destijds was ‘t nog veel erger. Ik was er, mede door altijd gepest en uitgescholden te zijn, van overtuigd dat niemand zat te wachten op de Ester die ik echt was. Als ik nu een compliment over m’n uiterlijk krijg, denk ik vaak: “Je moest eens weten wat ze vroeger tegen me zeiden.”

Inmiddels heb ik wel ontdekt wie ik ben en durf ik ook 100% mezelf te zijn, dus die periode is toch nog ergens goed voor geweest. Toch denk ik er niet graag aan terug, vertel ik er nooit over en foto’s uit die tijd houd ik verborgen voor de buitenwereld.

2. Angst

Op m’n blog vertel ik redelijk openhartig over mijn strijd tegen de ziektevrees, maar daarbuiten laat ik er vrij weinig over los. Zelfs met mensen die ervan op de hoogte zijn, praat ik er nauwelijks meer over.

Ondanks dat ‘t de laatste tijd in grote lijnen wat beter gaat, lijkt de schaamte steeds groter te worden. Zelfs nu het de laatste twee weken weer een stuk minder goed gaat, denk ik er niet over om daarover iemand in te lichten.

Buiten het selecte groepje wat op de hoogte is van m’n angsten, laat ik er niets over los. Ik krijg vaak adviezen waar ik niets mee kan of vervelende opmerkingen. Dus houd ik het liever voor mezelf. Dat ik moeilijke periodes op eigen kracht kan doorstaan, is de laatste maanden wel gebleken. Dat is een mooie motivatie om het vooral zo te blijven doen, ik heb niemand nodig.

3. Litteken

Iets waar ik niets aan kan doen, maar me wel voor schaam, is het lelijke litteken op mijn buik. Ik ben als baby geopereerd aan m’n lever en de boel netjes dichtnaaien, hadden ze toen niet van gehoord. Naarmate ik ouder en groter werd, groeide het litteken ook mee. Het resultaat is een kronkelige geul net onder mijn ribben.

Zelfs de plekken waar krammen hebben gezeten, kun je duidelijk zien. Het litteken loopt over twee derde van mijn buik en als ik een strak shirtje draag, kun je het ook zien. Aan de andere kant zijn m’n huisarts en ik al jaren de enige die mijn buik zien, dus valt er wel mee te leven.

4. Grote voeten

Mijn vader heeft schoenmaat 48 en m’n moeder 41/42. Het lag dus voor de hand dat ik ook ‘op grote voet’ zou gaan leven. Helaas niet in de figuurlijke zin, wel letterlijk. Ik heb schoenmaat 42 en ondanks dat er tegenwoordig voldoende leuke schoenen te vinden zijn in deze maat, is het nog altijd iets waar ik liever niet al te veel ruchtbaarheid aan geef.

Vrouwen horen op de één of andere manier poezelige kleine voetjes te hebben en daar kom ik dan aan met m’n slagschepen. Ik heb sowieso iets tegen voeten en vooral die van mezelf. In de zomer loop ik ook veel liever op sneakers rond dan met open schoenen of slippers. Ik voel me erg kwetsbaar op blote voeten en ze lijken dan op de één of andere manier nog groter!

5. Narigheid

Ik heb al aardig wat meegemaakt: Op school gepest, buitengesloten, als volwassene op straat en op internet uitgescholden door wildvreemden, nare dingen in relaties en met andere mannen. Dingen waar ik niet graag over praat. Niet omdat ik me schaam (ik kon er niets aan doen), maar omdat ik ervoor gekozen heb het achter me te laten en ook veel heb verdrongen.

De dingen die gebeurd zijn hebben me al genoeg getekend, zonder dat ik er ook in letterlijke zin nog aan herinnerd wil worden. Sowieso gaat het mensen niet aan wat ik allemaal precies heb meegemaakt. Er zijn dingen die ik nooit iemand heb verteld. Ik kan het niet en wil het niet. Het is gebeurd, het ligt achter me. Het heeft geen zin om het op te rakelen.

6. Motorrijden

Ik heb het nog aan niemand echt toe durven geven, maar sinds het ongeluk vorig jaar, merk ik dat een groot deel van m’n passie voor motorrijden en motoren in het algemeen, verdwenen is. Ondanks dat ik al vanaf héél jonge leeftijd gek ben geweest van motoren, interesseert het me nu niet meer zo en ik merk zelfs dat ik amper nog naar motoren kijk.

Echt angst om te rijden heb ik niet (ik zat een maand na het ongeluk alweer achterop), maar ik ben dat onbevangen stukje definitief kwijt. Het kon me niet gek genoeg zijn, ik was nooit bang, zag geen gevaar. Dat dat gevaar er soms wel degelijk is, heb ik nu zelf kunnen ervaren. Ik ga er wel vanuit dat het in de loop der tijd wat bij zal trekken, al zal ‘t nooit meer zijn als voorheen. Maar zonder die liefde voor motoren, ben ik niet 100% Ester!

7. Driftig

Ik ben over het algemeen rustig en beheerst. Ik laat mijn emoties niet snel de overhand krijgen en zeker niet in het bijzijn van anderen. Toch heb ik ook een andere kant: Ik word niet snel boos, maar als ik goed link ben, kan ik ook driftig worden. Dat kan op iemand zijn, maar ook op mezelf.

Zo herinner ik me dat ik vroeger zó nijdig kon worden als m’n haar niet zat, dat ik hard aan m’n haren trok. Ook heb ik regelmatig telefoons door de kamer gesmeten, deuren bijna uit de sponning getrapt en mezelf gekrabd, omdat ik zo walgde van mijn spiegelbeeld. Geen dingen waar ik trots op ben of graag over praat, maar dat was juist de bedoeling van deze tag!