Ik kwam onlangs iets tegen over een boekje genaamd 1000 vragen aan jezelf, wat bij de Flow van een paar maanden geleden zat. Nu heb ik zelf geen abonnement op dit blad en het ook nooit gekocht, maar dat boekje, dát wilde ik! Dus raadpleegde ik good old friend Google en bestelde de Flow-editie waar het boekje bij had gezeten.
Inmiddels heb ik het tijdschrift mét boekje in huis en de hoofdreden dat ik dit boekje graag wilde, is omdat ik nu eenmaal dol ben op random vragen en er ook leuk blogvoer in zag! Uiteraard ga ik je niet in één keer duizend vragen en de bijbehorende antwoorden voorschotelen, maar één keer in de week een bladzijde lijkt me prima. Vandaag de eerste!
Bladzijde in het 1000 Vragen boekje
1. Met wie kun je het best opschieten
Dat verschilt wel per keer moet ik zeggen. Ik ben niet iemand met enorme stemmingswisselingen of zo, maar kan niet altijd even goed met iedereen overweg. Dat is heel menselijk tenslotte. Er is sowieso eigenlijk niet één persoon die er met kop en schouders bovenuit steekt wat betreft het best mee op kunnen schieten. Pas!
2. Waar besteed je te veel tijd aan?
Aan een hekel hebben aan mezelf. Dat gaat 24 uur per dag door en vooral de laatste tijd, sinds ik door m’n medicijnen een paar kilo ben aangekomen en afvallen ondanks mijn inzet totaal niet wil lukken, heb ik daar veel last van en word ik afwisselend kwaad, gefrustreerd en verdrietig. Maar zoals ik een tijdje geleden al schreef: Ik kan en wil mezelf niet accepteren zoals ik nu ben. No way.
3. Om welke grappen kun je heel hard lachen?
Ik vind grappen niet snel grappig. Iets als de slappe lach hebben komt bij mij dan ook hooguit een paar keer per jaar voor. Ik lach weleens, maar dat is vaak wat plichtmatig. Ik vind mezelf geen zuurpruim, maar ben gewoon te serieus en nuchter om grappen leuk te vinden. Om de filmpjes van Buurman en Buurman kan ik overigens wel altijd hartelijk lachen.
Met moppen over seks ben je bij mij echt aan het verkeerde adres, evenals grappen over andere culturen of mensen. Ik ben zelf iets te vaak het mikpunt van spot geweest, om dat soort ‘humor’ te kunnen waarderen.
Soms slaat overigens opeens de vlam in de pan om iets totaal onbenulligs. Zo kreeg ik twee dagen geleden de slappe lach om een ontzettend dom filmpje en vind ik iets als Buurman en Buurman ook ontzettend grappig.
4. Wanneer heb je voor het laatst iets voor het eerst gedaan?
Ik denk dat je van mijn ‘blogdate’ met Ilse wel kunt spreken dat ik voor ’t laatst iets voor het eerst heb gedaan. Ik heb nooit eerder andere bloggers ontmoet en heb daar ook nooit zo de behoefte voor gevoeld.
Ik ben geen typische blogger, het lijkt me eng en op de één of andere manier vul ik altijd al in dat ik in het echt tegenval. Met Ilse mailde ik al ruim een jaar en dat is dan toch anders, dat is meer een vriendschap dan twee bloggers die meeten.
5. Huil je makkelijk in het bijzijn van anderen?
Nee. Sterker nog: Ik huil helemaal niet in het bijzijn van anderen. Zoiets staat voor mij praktisch gelijk aan in je blootje rondlopen in het bijzijn van andere mensen. Iets wat ik ook nooit zal doen. Ik kan soms best open zijn over gevoelens, maar er is een duidelijke grens: Er zijn gewoon dingen die mensen nooit van me zullen weten of zien. Huilen is daar één van.
6. Waar bestaat je ontbijt uit?
Magere yoghurt met ‘vulling’. Meestal wel iets van muesli, maar ook altijd wat fruit. In de zomer is dat meestal aardbei, in de winter banaan of nog wat anders.
7. Wie heb je voor het laatst een kus gegeven?
Een kus op de wang bij m’n moeder, beetje standaard als afscheid.
8. Waarin lijk je op je moeder?
Ik heb qua uiterlijk wel wat overeenkomsten met m’n moeder. Ik herken bepaalde trekjes in m’n gezicht van haar, we hebben beiden een grote schoenmaat en ook qua figuur lijken we op elkaar. Qua karakter ben ik wel anders en daardoor botst het ook best weleens. Mijn vader beweert als hij boos is op me juist dat ik net m’n moeder ben, wat dus als belediging is bedoeld. Ik zie het juist als iets moois, als je bepaalde eigenschappen van je ouders erft.
9. Wat doe je ’s ochtends als eerste?
M’n Instagram-timeline bekijken en checken of er nog nieuwe berichtjes voor me zijn.
10. Ben je een goede voorlezer?
Geen idee. Ik ben niet zo’n kinderliefhebber dus voorlezen is er nooit van gekomen.
11. Tot welke leeftijd geloofde je in Sinterklaas?
Dat zou je aan m’n moeder moeten vragen. Ik heb werkelijk géén idee! Ik kan me overigens wel herinneren dat ik een keer hysterisch bang was van Zwarte Piet, terwijl dat nota bene mijn eigen tante was, maar dan in een pieten-pak en met schmink.
12. Wat wil je nog graag kopen?
Op het moment zijn er niet echt dingen die ik echt graag wil kopen. De iPhone 6S is inmiddels al anderhalve maand in de pocket en dat was hét item waar ik al maandenlang naar uitkeek.
13. Welke karaktereigenschap zou je graag willen hebben?
Meer zelfverzekerd zijn over m’n uiterlijk en nóg minder waarde hechten aan wat anderen vinden of zullen vinden. Ik heb op dat gebied de laatste jaren al flink wat vooruitgang geboekt, maar het bloed kruipt soms nu eenmaal waar ’t niet gaan kan en zo kan ik soms een hele dag in de stress zitten puur omdat ik bang ben dat ik mensen tegenval doordat ik iets gezegd heb.
14. Wat is je favoriete tv-programma?
Dokter Tinus! En op de tweede plek mijn guilty pleasure: de reality-serie van Roy Donders. Zó fout dat ’t weer leuk wordt. 
Verder kijk ik amper tv, maar voor die twee gaat ie wel aan.
Haha, wat leuk! Ik heb precies hetzelfde idee voor in het nieuwe jaar. :’) Ik zag het laatst ergens op een andere blog voorbij komen en dacht toen: ‘Ja, dat ga ik ook doen.’
Ik vind het erg dapper dat je zo eerlijk over jouw onzekerheid schrijft. Hopelijk komt er ooit een moment dat je jezelf kunt accepteren en vol overgave kunt zeggen dat je jezelf mooi vindt, van binnen en buiten. Dat ben je!
Dank je voor je reactie. Ik weet niet of ik mezelf qua uiterlijk ook kan accepteren, maar zolang ik dat niet eens wil, zit dat er niet echt in vrees ik.
Leuk om te lezen! En ik hoop dat het je ooit lukt om tevreden te zijn met je uiterlijk en je minder aan te trekken van wat anderen (zullen) vinden.
De tijd zal ’t leren.