In de Weekly Snaps van gisteren schreef ik er al over: Mijn oma is op 2 maart overleden. Gisteren hebben we ze naar haar laatste rustplaats gebracht in Wijk en Aalburg, vlakbij haar oude en zo geliefde huis. Oma was er altijd voor me en ik hield veel van haar. Omdat ze hier, op mijn blog, ook regelmatig voorbij kwam, verdient ze nu ook een eigen blogpost. Deze is voor jou, ma!

Waar sommige mensen hun grootouders niet of nauwelijks gekend hebben, ben ik blij dat ik ze allemaal gekend heb en zelfs nog één van mijn overgrootouders. Deze oma is het langst bij me gebleven. We schelen precies 40 jaar en 16 dagen. Een heel leven.

Oma en ik waren een goed team, we leken in veel opzichten op elkaar, terwijl we ook toch twee totaal verschillende personen waren. Oma hechtte waarde aan andere dingen dan ik en hield van ordelijkheid.

Wat me nogal eens op opmerkingen over mijn niet altijd even nette huis kwam te staan. Maar naast opmerkingen over stof in huis of kleding die niet altijd haar goedkeuring kon wegdragen, kon ik ook altijd bij haar terecht als ik ergens mee zat.

Oma met Bas op schoot

Als kind logeerde ik veel bij oma, toen nog samen met opa, die inmiddels bijna 20 jaar geleden is overleden. We ontbeten steevast in ochtendjas met thee en een plak ontbijtkoek met echte boter, liepen uren door het zand en de bossen in de Drunense duinen, ik speelde in de tuin en maakte boeketjes van bloemen en onkruid, op de plek waar ik jaren later zomers regelmatig op m’n buik in het gras lag, om te fotograferen.

Naarmate ze ouder werd, ging haar gezondheid achteruit. Ze kreeg enkele TIA’s, die weliswaar niet heel ernstig waren, maar waardoor ze wel steeds een beetje meer moest inleveren. Ze kon niet meer in haar innig geliefde tuin werken, moest autorijden opgeven (onder protest) en ze moest onder nog groter protest toegeven aan een rollator. “Maar dat is voor bejaarden!” sprak zij hevig verontwaardigd, terwijl ze toen zelf al eind zeventig was.

Oma was een vrouw om te respecteren, zoals de dominee tijdens de afscheidsdienst sprak. Ze hechtte waarde aan een bepaalde status, hield van ordelijkheid, etiquette en was altijd tot in de puntjes verzorgd.

Als je op de koffie ging, hoefde je daarna voorlopig niet meer te eten en ze was ook erg onafhankelijk: Deed alles zelf, totdat het écht niet meer kon. Met name de laatste twee jaar van haar leven, zag ik haar echt vechten tegen het noodgedwongen moeten opgeven van die onafhankelijkheid en ik herkende daar zó veel van mezelf in.

Tekening van de handen van oma en mij

Van moeten stoppen met autorijden tot beginnen aan een rollator en van het moeten opgeven van het huis waar ze bijna 60 jaar gewoond had, tot lijdzaam toezien hoe haar lichaam het opgaf. Met name het laatste halfjaar heeft ze meer tegenslagen te verwerken gekregen dan ze eigenlijk aankon.

Toen ze nog maar enkele weken geleden haar heup brak door een val uit bed, vervolgens een stille delier opliep ten gevolge van de pittige ingreep die volgde en anderhalve week later een ernstige hersenbloeding kreeg, was het duidelijk dat haar lichaam het opgaf.

Ma (zo noem ik oma van kinds af aan), had rust nodig en die heeft ze gekregen. Ondanks dat het natuurlijk verdrietig is om een dierbaar persoon te moeten missen, zijn mijn moeder en ik beiden van mening dat het goed is zo. We gunnen het haar om letterlijk en figuurlijk uit haar lijden verlost te worden en het idee dat ze nu weer herenigd is met opa en haar jongste kind, is fijn.

We kunnen dan ook beiden terugkijken met een oprecht goed gevoel en warmte in ons hart op de afscheidsdienst die gisteren plaatsvond. Het is goed zo. De mensen die belangrijk waren voor ma, waren erbij. Ondanks de voorspelde regen was het droog en scheen zelfs de zon. De dominee, een man die al zo’n twintig jaar ook een vriend was van oma, sprak mooi en oprecht, evenals mijn moeder. Er waren witte bloemen, veel herinneringen en mooie woorden.

Tijdens de dienst werd ook een gedicht voorgedragen wat ik mooi vond en wat ik als afsluiter van deze post wil publiceren. Het is een tekst van Hanna Lam. Oma had in een notitieboekje wat mijn moeder enkele dagen na haar overlijden vond, aangegeven dit graag voorgedragen te willen hebben op haar gedenkdienst. Omdat het een mooi gedicht is, krijgt ze hem nu nog een keer, maar dan op mijn blog.

De mensen van voorbij
wij noemen ze hier samen.
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen zij binnen
in woorden en in zinnen
en zijn wij even bij elkaar
aan ‘t einde van het jaar.

De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
ze zijn met ons verweven
in liefde, in verhalen,
die wij zo graag herhalen,
in bloemengeuren, in een lied
dat opklinkt uit verdriet.

De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij.

De tekening is gemaakt door Osman, een kennis uit Turkije. Hij tekende deze na van de foto van oma’s en mijn hand. Die enkele dagen voordat ze overleed, werd gemaakt door m’n moeder. Die hand was op dat moment nog het enige waarmee ze kon communiceren en daarnaast is deze foto ook symbolisch. Vasthouden, loslaten.

De handlettering met de tekst ‘Hard to say goodbye’ maakte ik op 1 maart om half 2 ’s nachts. Letteren was op dat moment een manier om te ontspannen, omdat ik de laatste tijd veel last van slaapproblemen heb, maar ook een manier om me te uiten, aangezien me dat in woorden of emoties gewoon niet lukt. De kaart is met haar meegegaan, dat vind ik fijn.

Handlettering ‘Goodbye’