Vandaag een nieuw lijstje vragen en antwoorden op mijn blog! Echt veel introductie heeft deze inmiddels bekende rubriek niet nodig, dus ik ga gelijk maar los met de vragen. Dit keer lees je onder meer waar ik me te goed voor voel, of ik moedig ben en hoe mijn ideale partner eruit ziet.
323. Hoe oud voel je je?
Zonder nu heel fout te willen klinken, voel ik me eigenlijk net zo oud als dat de meeste mensen mij schatten. Ergens begin 30. Ik ben niet iemand die jonger over wil komen of wil lijken dan ze is, ik voel me gewoon totaal geen 41 en blijkbaar zie ik er ook niet zo uit. De meeste vrienden en kennissen die ik heb, zijn ook jonger dan ik en ik heb met jongere mensen (niet té jong, want van kinderen houd ik absoluut niet), gewoon een betere klik dan met oudere mensen.
324. Wat zie je als je in de spiegel kijkt?
Weinig goeds, als is mijn spiegelbeeld meestal nog iets beter te verdragen dan mezelf terugzien op foto’s. Ik geloof het nog altijd niet als mensen me knap vinden of als ik, zoals vorige week nog gebeurde, de term ‘lekker wijf’ gebezigd hoor in de context van mijn persoon. Dan moet ik vooral hard lachen. Heb je zand in je ogen of zo?
325. Kun je goed luisteren?
Ik heb zelf het idee van wel.
326. Welke vraag is je al te vaak gesteld?
Hoe ik nu kan fotograferen met 5% zicht, zo nu en dan vergezeld van irritante of ronduit lullige opmerkingen. Lucky shots? Zeker altijd wazige foto’s, je fotoshopt ze mooi. Allemaal al gehoord, meerdere malen. Jongens, ik weet zelf ook niet hoe het kan, ik lach het altijd weg als een wondertje van Moeder Natuur, want ik heb er zelf ook geen antwoord op. Behalve de wil om iets te kunnen. Dat brengt je (bijna) overal.
327. Is alles mogelijk?
Niet ‘alles’ is mogelijk, wel veel. Als ik iets heb geleerd, is het dat veel dingen niet meer dan een mindset zijn. De juiste focus, ergens echt voor gaan en iets willen. Dan is er een hoop mogelijk. Zodra je lui bent en ergens je best niet voor doet, gaat er ook nooit iets gebeuren.
328. Hoe traditioneel ben je?
Niet. Ik hecht weinig of geen waarde aan tradities en heb aan veel ervan eigenlijk schijt, om het even ongenuanceerd te brengen. Noem een Kerst, een Pasen en al die andere feestdagen waarbij het halve land aan het gourmetstel vastgeplakt zit. Niet voor mij. Met andere dingen ben ik ook niet traditioneel. Ik leid mijn leven op mijn manier zonder al te veel invloeden van buitenaf.
329. Kent iemand je diepste geheimen?
Nee
330. Hoe ziet je ideale partner eruit?
Ik heb geen ideale partner. Vroeger dacht ik nog dat ik op een bepaald type viel, maar die paar keer dat ik echt flink verliefd ben geweest, waren dat totaal verschillende mannen. Zowel qua karakter als qua uiterlijk.
Overigens moet ik na 12 jaar singlestatus nog altijd niet denken aan het beginnen van een relatie, maar het hoofdbestanddeel wat ervoor zorgt dat ik wel of niet verliefd word, is de energie die iemand uitstraalt.
Daar verandert een mooi kapsel, dure kledingsmaak, een vlotte babbel en het wel of niet aanwezig zijn van een buikje niets aan. Je hebt het of je hebt het niet. Overigens zal ik niet snel op het type man vallen dat in maatpakken en met gepoetste schoenen rondloopt. Ik zal me altijd te min voelen naast zo iemand. Doe maar gewoon normaal.
331. Waar hunker je naar?
Ik vind hunkeren een vervelende eigenschap. Hunkeren doe je meestal naar iets wat je toch niet kunt krijgen, dus waarom zou je dat doen? Ik hunker héél af en toe naar liefde, maar zodra ik dat opmerk, ga ik gelijk iets doen om dat gevoel direct te laten verdwijnen. Het is immers zo zinloos om dingen te willen die je toch niet hebt of kunt krijgen. Ik ‘hunker’ dus liever helemaal nergens naar, maar richt me juist op de dingen die ik wél heb en hoe blij ik daarmee ben.
332. Ben je moedig?
Op mijn manier? Ja, ik vind van wel. Moedig zijn, heeft niet altijd met heldhaftige daden te maken of dingen die iedereen van je weet of kan zien. Ik vind dat ik best moedig ben als ik met die paar procent die ik kan zien in m’n eentje een wildvreemde stad bezoek, wanneer ik zonder angst op een gammele steiger klim, wanneer ik alleen naar het ziekenhuis ga voor een onderzoek waar ik zenuwachtig over ben of wanneer ik de confrontatie aanga en opkom voor mezelf, terwijl ik slecht tegen ruzies kan en bang ben om erg gekwetst te worden.
333. Is er voor alles een juiste plaats en tijd?
Heb je dat ‘alles’ weer. Nee, ik denk van niet. Het is een mooie gedachte, maar wat mij betreft niet een realistische. Niet alles komt altijd goed. Ongeacht plaats en tijd.
334. Waar voel jij je te goed voor?
Ik voel me eigenlijk niet snel ergens te goed voor. Ik ben niets meer of beter dan een ander en ondanks dat ik gelukkig niet meer dat naïeve grietje van vroeger ben, wil het soms zelfs nog wel eens gebeuren dat ik juist te goed ben voor mensen die me niet eens echt waarderen.
335. Zou jij een jaar zonder mensen kunnen?
Ik zeg wel eens dat ik geen mensen nodig heb en er gaat ook best weleens een week voorbij dat ik niemand gezien of gesproken heb, maar een jaar is wel erg lang. Ik denk dus van niet.
336. Wanneer was je voor het laatst trots op jezelf?
Het moment dat m’n eerste column in de krant stond. Sowieso ook het moment dat ik gevraagd werd om columnist te worden. Zoiets maak je ook niet elke dag mee. Juist omdat ik zelf stilletjes altijd de gedachte heb dat andere mensen mij minder vinden, omdat ik een beperking heb en geen baan. Dan is het een enorme verrassing als je voor zoiets gevraagd wordt.