Juni loopt op z’n eind en ik was dit jaar nog niet één keer het water op geweest met een kajak. Vorig jaar, overigens ook meteen het eerste jaar dat ik hiermee begon, ging ik volgens mij op 6 juni al te water met een bootje. Maar het weer is de laatste tijd nogal wisselvallig en mijn gezondheid lijkt dit motto te willen volgen.

Waar ik me zondag, maandag én dinsdag compleet bagger voelde en bijna niets anders deed dan slapen en een beetje op de bank hangen omdat ik te moe was om de ene voet voor de andere te zetten, voelde ik me woensdag weer helemaal normaal en besloot ik, gezien het mooie weer, te gaan kajakken. Als het niet goed zou gaan, zou ik dat snel genoeg merken en kon ik huiswaarts keren voordat ik echt te ver weg zou zijn om nog redelijk snel naar huis te kunnen.

We zaten rond half 12 in de boot (Bas was ook van de partij, zonder stuurman kun je immers niet varen) en we waren rond vier uur weer terug in de haven. Ik had ingeschat op vijf uur, maar in tegenstelling tot de heenweg, heb ik de terugweg aan één stuk gedaan in anderhalf uur, met een gemiddelde snelheid van 6 kilometer per uur.

Het was heerlijk om weer op het water te zitten, met de geluiden van de natuur als rustgevende achtergrondmuziek, het constante ritme van de peddel in het rivierwater en de synchrone bewegingen van mijn armen, die ervoor zorgden dat het bootje geruisloos door het gladde water gleed. Op sommige stukken was het compleet windstil, waardoor het water in een enorme spiegel veranderde. Het leek haast alsof ik een stukje boven het water zweefde. Magisch!

Ondanks dat kajakken van je lichaam de nodige inspanning vergt, getuige de spierpijn die een uur na thuiskomst al in alle hevigheid kwam opzetten, is kajakken voor mij vooral een kwestie van ontspanning. Ik gebruik vaak de fiets om, zoals ik dat noem, m’n kop leeg te rijden, maar dit werkt ook.

Juist door de constante factor van het ritme van de peddels en het kabbelende water, kom ik in een haast zen achtige modus terecht. Opeens lijkt de reden waarom ik al nachtenlang slecht slaap mijlenver, bestaat er niet meer zoiets als twijfels, voel ik me niet langer ziek of moe en zit ik met een big smile in mijn bootje en realiseer ik me hoe betrekkelijk alles eigenlijk is.

Bas had het ook naar zijn zin. Mijn aanvankelijke zorgen dat hij wat getraumatiseerd zou zijn door de aanvaring met een jacht vorig jaar september, de laatste keer dat we gevaren hadden, bleken overbodig.

Hij nam direct zijn vaste positie voorop de boeg van het bootje in, bekeek alles met grote interesse en begon te jengelen zodra ik even stopte met peddelen of de boot ergens aanlegde om even iets te eten of de inmiddels gemaakte foto’s op mijn telefoon te bekijken. Zodra ik weer ging varen, was het weer goed. Voorwaarts!

We hebben 16 kilometer gevaren. Niet overdreven veel, maar voor een eerste tochtje van ’t jaar, mijn vermoeidheid van nog geen 24 uur geleden en het laten wennen van mijn lichaam aan het gebruik van andere spieren in acht genomen, wilde ik niet al te gek doen. We zijn tot aan Kedichem geweest en sowieso begon het dicht te trekken.

Er werd geen onweer opgegeven (ik hou de weersverwachtingen altijd nauwgezet in de gaten als ik het water op ga), maar varen met een zonnetje is toch net iets leuker. Op de terugweg hebben we zelfs nog een buitje gehad.

Maar ik was zo ontspannen dat het me niets interesseerde. Ik herinner me zelfs dat ik me bedacht hoe grappig het was dat de temperatuur van het zo nu en dan opspattende water hetzelfde aanvoelde als de regendruppels op mijn huid.

Ben jij weleens met een kajak het water op geweest?