Een beetje oplettende lezer, heeft waarschijnlijk wel door dat het de laatste tijd niet geweldig met me gaat. Ik heb het weer veel vaker over mijn angsten, schrijf over goede weken en dat ik me vaak eenzaam voel.

Ik zit nu op een punt dat het voelt alsof ik geen kant meer op kan. Ik voel me vaak ongelukkig en bepaalde gedachten die me eerst nog veel steun gaven, bieden me ook niet meer zoveel houvast.

Ik schrijf dit artikel overigens ’s avonds, omdat ik me dan meestal het best voel. De eerste uren nadat ik wakker ben (ongeacht of dat om 8 of 11 uur is), zijn vaak het zwaarst en mijn gedachten het donkerst.

Omdat ik het wel prettig vind om mijn blog zo nu en dan te kunnen gebruiken als uitlaatklep, maar het zeker niet de bedoeling is dat ’t zo’n zwaarmoedig en donker verhaal wordt dat iedereen gillend wegrent, schrijf ik dus ’s avonds.

Eigenlijk is de ‘mindere periode’ al in juni of juli in gang gezet. Iets waar ik me zorgen over maakte en vervolgens mee naar de huisarts ging. Wat uiteindelijk ook een onderzoek in het ziekenhuis tot gevolg had.

Niet omdat ik dat zelf wilde, maar omdat de huisarts dat verstandiger vond. Ik heb inmiddels al heel wat vervelende, gênante en angstige momenten in het ziekenhuis doorgemaakt en eind volgende week (ja, vlak voor kerst) mag ik weer een keer.

Wat volgde, was één van de hevigste paniekaanvallen ooit, in het ziekenhuis. Waarna ik minstens een uur bijna niet heb kunnen praten. Later op de dag volgde, gelukkig, een goede uitslag. Maar in de periode erna, leek ik van het ene in het andere te vallen. Er was altijd wel weer iets waar ik angstig over was of iets wat toch een schaduw over mijn leventje wierp.

Ook de paniekaanvallen kwamen terug, ik leerde voor ’t eerst in mijn leven wat eenzaamheid is, merkte dat ik me steeds verder ging isoleren omdat ik ’t door schaamte, afwijzing en onbegrip moeilijker ging vinden om erover te praten met mijn omgeving en ik raakte hevig teleurgesteld in mezelf. Dat ik weer ‘afgleed’ in die angstcyclus dat ik niet sterk genoeg was om het te weren.

Het klinkt wellicht wat vreemd, maar het terugkeren van de angst die mij zo in haar greep heeft, voelt voor mij als een enorm falen. Alsof ik jarenlang een verslaving heb gehad, maar uiteindelijk tóch niet sterk genoeg bleek, om deze het hoofd te bieden.

Nu is een angststoornis natuurlijk geenszins een verslaving en is er geen haar op mijn hoofd die, zij ’t bewust of onbewust, dolgraag angstig en doodongelukkig wil zijn. Maar het gevoel gefaald te hebben, is enorm.

Mijn hoofd is als een kerncentrale
waarvan ik elk radartje ken,
elke verbinding, elke kernreactie.

Ik heb in de afgelopen 2 jaar twee verschillende therapieën gevolgd. Geen van beiden sloeg aan of hielp me van mijn klachten af. De illusie was er overigens wel lange tijd, omdat ik ook antidepressiva slikte en het allemaal wel prima leek te gaan. Ik voelde me zelfs zó goed dat ik de therapie wat overbodig begon te vinden. De waarheid bleek helaas een iets anders verhaal.

Op het moment van schrijven sta ik aan de vooravond van weer een nieuw therapietraject. Waar of wat is nog niet echt bekend, omdat het bij mijn eerste verwijzing gelijk al in de soep liep omdat ik bij de gewenste instantie niet aangemeld kon worden, omdat hun verzekeringsbudget voor dit jaar én voor het aankomende jaar al op was. Nu ga ik in gesprek met een aantal andere opties, waaronder een psychiater. In afwachting wat daaruit gaat komen.

Ook is er een gerede kans aanwezig dat ik weer met pillen zal moeten beginnen. Wéér aan die vervloekte antidepressiva dus. De pillen die mijn kop voor de gek houden, me laten denken dat ik er weer helemaal ben terwijl ik nog nérgens ben.

En pillen die me dik maken, waardoor ik mijn lichaam nog meer verafschuw dan ik nu al doe en geloof me, die dosis afschuw is al vrij extreem in vergelijking tot de gemiddelde vrouw-met-laag-zelfbeeld. Dat is wel iets wat me zorgen baart. Veel zorgen, aangezien ik ook weet wat de gevolgen zijn van die afschuw…

Ik zit dus nogal klem. Ik wil graag therapie, bij voorkeur nu één die wél helpt, maar eigenlijk liever geen pillen. Ik wil ook de positieve en optimistische Ester terugvinden, want ik ben haar kwijt. Ik ga nog steeds m’n huis uit om iets te ondernemen en kan ook plezier aan dingen ontlenen, maar ik heb steeds vaker depressieve gedachten.

Ik ben vaker doodongelukkig dan blij en aangezien ik in het verleden lange tijd zwaar depressief ben geweest, ben ik hier ook gevoeliger voor dan iemand die het nooit heeft gehad. Ik heb een grotere kans op terugval, dat is helaas een feit.

Aangezien ik zelf veel van psychologie af weet omdat het gewoon een onderwerp is wat me erg interesseert, weet ik van de meeste dingen die ‘fout’ gaan in mijn hoofd, ook feilloos aan te geven wat er gebeurt, hoe het gebeurt en waarom het gebeurt. Mijn hoofd is een soort kerncentrale waarvan ik elk radartje ken, elke verbinding, elke kernreactie. Maar voorkomen dat de boel soms ploft, dát lukt me dan net weer niet.

Aangezien ik al heel vaak bij psychologen op de sofa heb gezeten die me vertelden dat ze me niet konden helpen, omdat ik zelf alles al wist en me vervolgens inderdaad allerlei dingen vertelden die al jaren geen nieuws meer voor me zijn, hoop ik bij een nieuwe therapie op iemand die uit steviger hout is gesneden en van wanten weet.

Dat analyseren doe ik zelf al, nu nog werken aan een oplossing. Ik heb zelf het vermoeden dat mijn ziektefobie en BDD ten grondslag liggen aan een zeer sterke drang naar controle over mijn lichaam en geest. Ik denk dat wanneer dit zou worden aangepakt, we een heel eind komen.

Vooralsnog is er nog geen therapie en als ik opnieuw aan de antidepressiva ga beginnen (ik ben nog altijd niet overtuigd), gaat dat ook zeker niet deze maand gebeuren. Toen ik er 2 jaar geleden mee begon was dat begin december en ik had de meest nare ‘feestmaand’ ooit.

De periode rond de feestdagen is voor mij toch al nooit zo fijn omdat het altijd benadrukt dat ik niet veel mensen om me heen heb en met de kerst steevast alleen thuis zit. Terwijl Robert ten Brink nog even blèrt dat ‘niemand met kerst alleen mag zijn’. Gooi daar de inwerktijd van antidepressiva tegenaan en je kunt me echt wegdragen.

Als ik terugkijk naar een maandje geleden toen het ook al niet zo lekker ging, was ik nog wel wat positiever gestemd. Ik mediteerde elke dag, schreef in een speciaal daarvoor gekocht dagboekje en hield me, elke keer dat het minder goed ging, voor dat achter al die donkere wolken nog altijd een helderblauwe lucht aanwezig was.

Inmiddels lijk ik te zijn afgevlakt voor die dingen, want het is niet genoeg. En het is geen kwestie meer van ‘een slecht weekje’ of ‘even een fase’. Daar duurt het nu te lang voor. Het maakt me letterlijk bang voor de toekomst.

Om toch nog met een enigszins positief woord af te sluiten, merk ik dat Cruijff gelijk had: Dat elk nadeel, hoe slecht ook, toch een voordeel kan hebben. Doordat ik me al langere tijd slecht voel, ga ik met de bezem door m’n hoofd.

Dingen of mensen die voor negatieve emoties zorgen, zullen nu moeten wijken, omdat ik niet voldoende emotionele reserves heb om ermee om te kunnen gaan. Dus neem ik afstand, of zelfs afscheid. In zekere zin ben ik trots op mezelf, dat ik nu eens niet aan de ander denk, maar aan mezelf. Want dat wordt nu inmiddels wel eens tijd…

Ben jij bekend met psychische problemen?
Heb je er zelf misschien één? Wees open!