Dat ik slechtziend ben, zal je nu wel weten. Toch krijg ik daar nog altijd vragen over. Met name hoe ik bepaalde dingen kan doen. Het is best lastig om iets uit te leggen waar mensen zich geen voorstelling bij kunnen maken en als je dan vertelt wel een vliegtuig te kunnen zien op een heldere dag, maar zelfs op de eerste rij in de bioscoop geen ondertitels te kunnen lezen, blijven er nog meer vraagtekens over!
Vandaag dus een poging tot opheldering. Overigens is het niet de bedoeling dat dit een kijk-mij-eens-geweldig zijn verhaal wordt. De dingen die ik doe, vind ik namelijk heel normaal. Het feit dat mijn ogen slecht zijn, maakt mij als mens niet anders.
Zo gebeurt het dat mensen het ‘heel knap’ vinden dat ik mezelf kan redden, dat ik bijvoorbeeld kan fietsen en fotograferen. Ik vind dat soort opmerkingen erg vervelend. Ik ben niet mijn slechtziendheid, ik ben gewoon Ester.
Reactievermogen
Misschien heb je ooit gehoord dat bij mensen met een lichamelijke beperking, andere dingen veel sterker zijn ontwikkeld. Dat is dus geen fabeltje. Als er iets is waar ik blind op kan varen, is dat mijn reactievermogen, mijn reflexen. Dit is zo sterk ontwikkeld dat ik in een fractie van een seconde kan ingrijpen als er iets mis dreigt te gaan.
Een eigenschap die me al veel ellende heeft bespaard, want ik kan op de fiets soms best wel een daredevil zijn en sowieso liggen er met de combinatie 5% zicht en snelheden boven de 30 km/pu mogelijk altijd wel wat gevaren op de loer.
Een ander moment wanneer deze eigenschap goed van pas komt, is bij die enkele keer per jaar dat ik als vrijwillige verkeersregelaar op de weg sta. Ik kan een situatie vaak razendsnel inschatten en daarop anticiperen.
Reuk en gehoor
Ook mijn reukvermogen en gehoor zijn sterk ontwikkeld. Het kleinste piepje en ik hoor het en ook mijn neus werkt bovenmatig. Ik moet zeggen dat ik gehoor en reuk minder snel ‘inzet’ als het gaat om mijn minder goede ogen, maar het is best weleens handig. Ondanks dat ik tijdens een motorongeluk 2 jaar geleden lichte gehoorbeschadiging heb opgelopen, is mijn gehoor nog altijd bovengemiddeld.
Die wil om dingen te bereiken,
te kunnen, die brengt je héél ver.
Brein
Het voordeel van vanaf je geboorte al slechtziend zijn, is dat je niet beter weet. Je hersenen gaan dus al vanaf jonge leeftijd inspelen op het verminderde zicht en ontbrekende stukjes aanvullen.
Dat vliegtuig waar ik de intro over schreef, zie ik niet echt. Ik zie alleen een zwart stipje en aan de hand van de snelheid, heeft mijn brein al vliegensvlug berekend dat het een vliegtuig moet zijn en niet een vogel. Want ondanks dat de vogel natuurlijk minder snel vliegt, zit deze lager in de lucht, waardoor de snelheid hoger lijkt te zijn.
Dit soort aanvullingen doet mijn hoofd de hele dag door. Volautomatisch en onderbewust. Ik kan zelf inmiddels niet eens meer beoordelen waar nu eigenlijk de grens ligt tussen wat ik echt zie en wat mijn hoofd aanvult. Soms gaat dat overigens weleens mis, met name in het schemerdonker.
Dan zie ik een paaltje bijvoorbeeld aan voor een hond. Op zo’n moment wordt weer duidelijk dat ‘t vooral mijn hersens zijn die het werk doen en die maken dus weleens een inschattingsfout. Gelukkig heeft dat nooit vervelende situaties opgeleverd.
Sterke wil
Oké, dit klinkt alsnog als zelfverheerlijking, maar toch zet ik ‘m erbij. Ik ben van mening dat je praktisch alles kunt, als de wil er maar is. Natuurlijk kan ik niet autorijden, hoe graag ik ook zou willen, maar ik heb het meer over een totaalplaatje.
Ik zet mezelf soms tot dingen waarvan ik me van tevoren heb afgevraagd of het zicht-technisch wel te doen is. Maar als ik het graag wil, doe ik het. Einde discussie. Die wil om dingen te bereiken, te kunnen, die brengt je héél ver.
Zo heb ik lange tijd niet ver bij mijn woonplaats vandaan durven fietsen, omdat ik bang was dat ik de weg niet terug zou vinden. Ik kan geen verkeersborden of straatnaamborden lezen. Eigenlijk alles waar tekst op staat in het verkeer, is voor mij onleesbaar of zelfs onzichtbaar.
Navigeren wordt er dan dus niet makkelijker op en de accu van mijn iPhone gaat soms leeg onderweg. Toch rijd ik nu met het grootste gemak naar bijvoorbeeld Utrecht en heb ik geen seconde angst dat ik niet thuis kom. Omdat ik weet dat ik mezelf kan redden.
Zelfredzaamheid
Eigenlijk een puntje wat uit bovenstaand voorbeeld ook naar voren komt, maar jezelf afhankelijk opstellen vind ik een erg slechte eigenschap. Of dat nu gaat om een beperking of iets anders, uiteindelijk sta je er toch zelf voor en kun je niet van een ander verwachten dat ze altijd voor je klaarstaan of je hulp bieden.
Dus: Jezelf zien te redden, koste wat kost. Soms een harde les, wel een goede. Natuurlijk zijn er voldoende mensen met een beperking die echt afhankelijk zijn van hulpmiddelen, maar ik bedoel dit meer in het algemeen. Jezelf niet beperken door te dénken dat je dingen niet kunt en dus hulp vragen. Mijn favoriete motto is: denken in mogelijkheden, niet in beperkingen.
Territorium
Ik kan me voorstellen dat het verwarrend is, het lijkt alsof ik alles kan en soms zeggen mensen dat ook en zijn dan verbaasd als ik ze antwoord dat dat helemaal niet zo is. In mijn eigen ‘bubble’, zie het als mijn territorium, kan ik naadloos functioneren en hoef ik niet na te denken over hoe ik dingen moet doen, in welke straat ik m’n voeten beter wat meer kan optillen of waar die scherpe bocht zit waar ik niet te hard doorheen moet vliegen met de fiets.
Maar haal je me uit die bubble, dan kijk ik veel naar de grond als ik loop, kan ik geen dingen lezen en merk ik dat ik soms m’n uiterste best moet doen om me aan te passen aan mijn omgeving. Natuurlijk trek ik mezelf zo nu en dan uit dat territorium om de uitdaging aan te gaan, maar het is dus de grens tussen binnen en buiten dat gebied, wat maakt dat ik perfect kan functioneren, of opeens weer iemand ben met een duidelijk aanwezige visuele beperking.
Tot slot
Ik hoop dat ik aan de hand van bovenstaande punten een aardig beeld heb kunnen schetsen van hoe het werkt, hoe het in mijn geval is om slechtziend te zijn, hoe het mogelijk is dat ik bepaalde dingen doe die niet zo logisch zijn in de context van een visuele beperking. But most of all, is het een kwestie van gewoon m’n ding doen.
Ik wring mezelf niet in allerlei bochten om iets te kunnen, heb de dingen die ik doe of kan nooit gezien als iets wat heel bijzonder of ‘knap’ is en voel me ook niet iemand die beperkt is. Meestal vergeet ik het zelfs. Mensen met een beperking zijn ook nog altijd gewoon mensen. Of dat nu iemand met down is, een dove, blinde, slechtziende of iemand in een rolstoel.
Wat grappig hoe je dat van dat vliegtuig beschrijft. Ik kon, toen ik nog iets zag, ook heel soms bij heel helder weer een vliegtuig zien vliegen maar dan zag ik gewoon echt alleen een stipje. IK kan me niet herinneren da tmijn hersens hie riets anders van maakten, behalve dat ik bv. een vliegtuig hoorde overvliegen en dan dacht “dat zal wel een vliegtuig zijn”.
Meestal hoor je inderdaad ook het geluid wel natuurlijk. Maar niet altijd. Bijvoorbeeld als ze best hoog vliegen of als er gewoon veel omgevingsgeluid is waardoor je dat niet hoort. Maar wel grappig dat jij min of meer hetzelfde ervaarde dan.