Het is vandaag vrijdag de dertiende. Een datum waar bedrijven maar wat graag hun op marketing gerichte grappen op botvieren, waar een bijgelovige enkeling een beetje huiverig voor is en waar de meeste mensen met een grote grijns wat lol over maken, inclusief bijpassende plaatjes, gifjes of video’s op social media. Ik denk vandaag aan iets heel anders, namelijk dat het vandaag exact een maand geleden is dat mijn vader overleed op 66-jarige leeftijd.

Terugkijkende op die periode, lijkt het alsof ik non-stop in een rollercoaster heb gezeten. Het vrij plotseling verliezen van één van je ouders is al een heftige gebeurtenis, maar voor mij kwam er nog het één en ander meer bij kijken, wat de situatie een stuk zwaarder maakte. Enorm veel vraagtekens, mensen die me zonder reden zeer onrespectvol behandelden, heel wat leugens ontdekken en dingen moeten regelen om te voorkomen dat ik, met m’n toch al minimale inkomen, de financiële problemen die mijn vader in zijn leven maakte, op m’n nek zou krijgen.

Een maand verder heb ik geregeld wat geregeld moest worden, heb ik andere mensen getroost, heb ik als een soort geoliede machine gefunctioneerd en heb ik de ene na het andere tegenvaller geïncasseerd, hindernissen genomen. Gevoelloos haast, leek het achteraf. Meerdere mensen noemden het destijds op de automatische piloot. Iets wat ik niet geloofde, want ik was er toch gewoon bij? Ik wist toch wat ik deed? Dat was mijn weerwoord. Toch hadden ze gelijk.

Pas nu er een maand voorbij is, de meeste mensen niet meer vragen hoe het gaat en er vanuit gegaan wordt dat ik er nu overheen ben, lijkt het voor mij pas te beginnen. Het heeft zich nu naar binnen gekeerd. Ik ben continu moe, maar slapen lukt niet goed, ik heb sommige dagen moeite met functioneren en veel van de klachten die ik in de winter 2017 had tijdens mijn burn-out, zijn ook weer terug.

Ik ben iemand die eigen klachten erg graag bagatelliseert (voordat een ander het doet), maar heb onder ogen moeten zien dat er duidelijk sprake is van een terugval. En ik probeer mezelf ervan te overtuigen dat ik me daar niet lullig, schuldig of een aansteller over hoef te voelen. De ene dag lukt dat overigens beter dan de andere.

Print van olifant met vogels

Emotioneel gezien is het allemaal wel wat stabieler. Al heb ik wel een paar dagen achter elkaar zeer hevige paniekaanvallen gehad. Maar vooral tijdens de eerste 2 weken voelde ik me af en toe net een borderline patiënt. Ik vloog van de ene emotie naar de andere en alles was zo scherp, zó vlijmscherp en aanwezig. Ongefilterd.

Nu is alles meer handelbaar, soms voel ik zelfs niets. Dat is ook één van de ‘eigenschappen’ die bij een burn-out of een terugval daarvan horen. Als het te veel wordt, als het te vol zit boven, sluit je geest zich af en komt weinig meer binnen.

Dat zorgt er in mijn geval voor dat ik behoorlijk vergeetachtig ben en regelmatig stukjes mis uit mijn geheugen (black-outs), rare en slordige fouten maak en weinig overzicht heb. Maar ook dat ik me emotioneel gezien onbewust lijk te hebben afgesloten, omdat er gewoon meer niet bij past. Ik vind dat wel mooi, hoe ingenieus lichaam en geest (samen)werken. Uit zelfbescherming.

Gedachten aan m’n vader zijn er veel, maar ik zal nooit een klassiek voorbeeld worden van ‘een rouwende persoon’. Huilen doe ik niet en ik denk ook niet dat dat nog zal gebeuren. Ik ben meer een denker. Het gebeurt me bijvoorbeeld vaak dat ik een man van in de 70 op straat zie en dan denk: “Mijn vader zal ik nooit zo zien.”

Of dat iemand het over z’n vader heeft en ik denk: “Ik heb geen vader meer.” Op de één of andere manier, lijkt het besef er de meeste tijd nog altijd niet 100% te zijn. Geen ontkenningsfase, maar gewoon anders.

Zo’n twee weken geleden ben ik bij zijn graf geweest. Door gebeurtenissen tijdens de uitvaart die op 17 maart plaatsvond, was ik te zeer overstuur geraakt om de rest bij te kunnen wonen, dus ik ben niet op de begraafplaats geweest.

Ook wist ik niet op welk kerkhof hij lag, dus het was een hele zoektocht om dat uit te vinden. Maar als ik iets wil, dan gebeurt het ook. Dus ik vond hem. Ook al stond er niet eens een bordje met zijn naam. Maar ik herkende mijn witte roos die iemand anders voor me had meegenomen. Het enige teken van herkenning, van verbinding.

Mensen hebben het dan zo mooi over ‘kunnen afsluiten’ als je weet dat iemand daar begraven ligt. Daar ben ik ten eerste iets te nuchter voor, daarnaast maakten de omstandigheden het er niet naar dat ik daar met een soort berustende glimlach bij zijn graf kon staan.

Mijn vader wilde namelijk niet begraven worden, was niet eens gelovig en toch ligt hij nu drie meter bij de kerk vandaan in een kist onder de grond. Andere mensen vonden dat beter. Ik wilde puur weten waar hij is en dat weet ik nu. Case closed. Ik gedenk mijn vader liever op andere manieren dan bij een hoop omgewoelde grond met een bosje verwelkte bloemen erop.

Voorlopig ligt bij mij de prioriteit op geestelijk en lichamelijk wat bijtanken. Mijn gezondheid lijdt nogal onder de overmatige stress waarmee ik te maken heb gehad en heeft nu rust, reinheid en regelmaat nodig. De rest zien we dan wel weer. De hete adem die ik vanuit bepaalde richtingen al bijna in mijn nek kon voelen blazen, heb ik in een andere richting gestuurd en afgewend. Ik kom er wel, dat lijdt geen twijfel.

Ondanks dat ik het jammer vind dat ik zelfs geen klein aandenken aan mijn vader heb, behalve dan spulletjes die hij me zelf ooit cadeau deed, zijn er gelukkig nog altijd foto’s en herinneringen.

Een mooie quote die daarop aansluit, is: “If we fail to adapt, we fail to move forward.” Een citaat wat sowieso ook mooi aansluit op de denkwijze van mijn vader en zijn eeuwig herhaalde zelf bedachte citaat over de trein die altijd verder gaat…