Om een artikel als dit te beginnen, vind ik altijd lastig. Het is geen leuk kant-en-klaar verhaaltje met een duidelijk begin en einde. Er is geen script. ik schrijf gewoon wat er in mijn hoofd opkomt.

Ondanks dat ik me ervan bewust ben dat de meeste mensen niet zitten te wachten op verhalen over minder leuke dingen, voel ik soms toch de drang om van me af te schrijven. Omdat dat moet kunnen op mijn eigen blog en ik het zorgelijk vind dat alles lijkt te draaien om leuk en populair zijn. Game-face on. Alsof je credibility verliest als je een dag chagrijnig bent of het zelfs helemaal niet oké met je gaat.

Zoals je waarschijnlijk al hebt geraden, gaat ‘t momenteel dus niet zo lekker. Iets met een emmer die overloopt, een verkeerd draadje aangesloten. Eigenlijk sinds het vroege voorjaar heb ik met redelijk wat stress te maken gehad.

Twee keer achter elkaar borstonderzoek, diverse langdurige blessures, out of the blue flauwvallen en vervolgens ruim vijf weken amper kunnen functioneren door hevige duizeligheid en nog wat andere dingen. Het hield maar niet op.

Sinds half juli leek ‘t weer prima op de rit. Ik had alles wat me dwars zat lekker ver weggestopt en riep van de daken dat ik me kiplekker voelde. Onverwerkte emoties? Shut up, dat is voor mietjes. Hoe het met me gaat? Ja, geweldig!

Als er awards uitgereikt zouden worden voor jezelf voor de gek houden, zou ik er minstens 3 hebben gehad. En het klinkt zo simpel allemaal. Zo van “Je merkt toch dat je eigenlijk niet 100% oké bent? Dat er nog dingen zijn die je dwars zitten?”

Dus niet. Ik heb mezelf door de jaren heen zodanig getraind dat ik dingen waanzinnig goed kan camoufleren. Zo goed zelfs, dat ik zélf geloof dat ze weg zijn. Waarheen? Geen idee. Doet er niet toe. Het is weg toch? Totdat het opeens finaal mis gaat en ik mezelf eens op mijn hoofd krab. Misschien was ik er nog niet helemaal van verlost…

De klachten rondom mijn duizeligheid waren stressgerelateerd. In de eerste maanden van 2017 heb ik precies hetzelfde gehad, destijds gevolg van een zenuwinzinking. Dit keer was flauwvallen en half bij bewustzijn een paniekaanval krijgen omdat ik Bas nergens meer zag, de reden.

Flinke stresspieken dus, waardoor mijn lichaam in een soort ‘recovery mode’ ging. Dat is niet iets wat ik zelf heb verzonnen. Dat zegt de huisarts en destijds ook de therapeut waar ik in 2017 nog liep. Je lichaam doet veel uit zelfbescherming. Best een knap stukje techniek dat.

Maar ik zou Ester niet zijn als ik zelfs in de periode dat lichaam en geest om rust vroegen, toch probeerde zoveel mogelijk door te gaan. Ik ging geen einden fietsen en wandelingen waren ook nooit langer dan 5 km. Maar het waren de kleine dingen. “Kom op dat kun je best. Je moet dit-en-dat nog doen.” Ik vond dat ik me aanstelde.

Niet zeuren en doorgaan. Ook kenmerkend voor die periode was dat ik me werkelijk overal zorgen om maakte. Mijn hoofd bleef ratelen. Dag en nacht. 24/7. Slapen lukte ook niet. Mijn lijf had weliswaar rust, maar mijn geest bleef hard doorrennen.

Nu de duizeligheid alleen nog maar op komt zetten als ik flinke stress heb, durf ik me weer meer te permitteren. Langere wandelingen, zachtjes aan fietsen weer opbouwen. Toch bevond ik me op dun ijs. Hoe dun, daar kwam ik vandaag achter.

Vorige week heb ik veel onrust ervaren en ook mijn angststoornis speelde weer flink op. Ik maakte me om de haverklap druk om niets en had en heb moeite met het afvloeien van spanningen. Vandaag had ik weer een afspraak bij de huisarts en op de terugweg naar huis ging het mis. De twijfel stak weer zijn kop op. Eenmaal thuis werd ik lamgelegd door de meest hevige paniekaanval sinds tijden.

Het volgende moment lag ik op de bank en heb ik een uur lang de ogen uit mijn kop gejankt, trillend als een rietje. “Wat gebeurt hier! Waar komt dit nu weer vandaan!” dacht ik. Aanvankelijk wilde ik het zelfs tegenhouden.

“Ho even, huilen doen we niet! Doe normaal!” Maar er was geen houden meer aan. Alles kwam eruit. Maandenlang opgekropte stress en emoties. Nooit praten, alles wegstoppen en vooral niet jezelf laten kennen. Ik geef mezelf liever een extra schop onder m’n kont dan dat ik toegeef dat het niet oké gaat.

Uiteindelijk heeft alles te maken met controle. Ik ben een enorme controlfreak als het op lichaam en geest aankomt. Bij de term controlfreak denk je aan iemand die alle spullen op een bepaalde plek wil hebben in huis, in mijn geval moet ik alles in de bovenkamer en mijn lichaam op een rijtje hebben.

De reden dat ik überhaupt een angststoornis heb, heeft daar bijvoorbeeld alles mee te maken. Controle is: Mezelf niet willen laten gaan, altijd overeind willen blijven, ongeacht wat er gebeurt. Angst om ziek te worden zonder dat ik daar iets aan kan doen. De lijst is onuitputtelijk. Ook mijn slechte zelfbeeld draait volledig om het willen hebben van controle.

Vaak hoor je mensen zeggen dat het zo bewonderenswaardig is als mensen sterk zijn, zich goed kunnen vermannen, zich in elke situatie staande kunnen houden. Ik ben zo iemand en kun je uit ervaring vertellen dat het uiteindelijk vooral schadelijk is. Toxic. Ik heb weinig gelegenheid om me te uiten en vind het ook moeilijk.

Noem het trots, niet willen toegeven. Ik ben meer iemand die zichzelf 5 minuten gunt en daarna weer functioneel moet zijn. Sowieso ben ik een schrijver, geen prater en de meeste mensen zitten niet te wachten op een boekwerk over je kutdag. :-D

Sowieso ben ik het liefst alleen als ik me ellendig voel. Ik zoek geen mensen op, kruip weg in het verste hoekje in huis met alle ramen en deuren gesloten en blijf daar net zolang tot ik de wereld weer aankan. Ik wil me beschermd voelen als ik niet goed in m’n vel zit en alleen mijn huis biedt die bescherming. Meestal trekt het ergste na een paar uur wel weer weg.

Nadat de paniekaanval wegebde, heb ik mezelf opgelapt, twee oxazepam gepakt en ben ik met Bas gaan lopen. Ik kocht de mooiste kaart die ik kon vinden voor m’n huisarts, krabbelde op de achterkant dat ik erg dankbaar ben voor haar geduld en begrip en ben die bij de praktijk af gaan geven. Ik had de rest van de dag het gevoel alsof ik op matrassen liep met een dot watten in mijn hoofd, maar alles beter dan die scherpe paniek en dat dreigende gevoel.

Of er een clou is aan dit verhaal? Niet echt. Het is niet dat ik opeens het licht gezien heb en mijn leven ga beteren door me meer te uiten. Sommige dingen kun je niet zomaar veranderen. Dat is zoals ‘t leven gaat. Soms zit het mee, soms zit het tegen.

Er is niet overal een oplossing voor, al wil je dat nog zo graag. Het was niet de eerste keer dat ik onderuit ging en waarschijnlijk ook niet de laatste. Dat is niet ‘mijn eigen schuld’, maar hoe dingen soms lopen. Het positieve aan dit verhaal is dat nu ik de bodem van de put weer gezien heb, het alleen maar beter kan gaan!