Op 10 juli beantwoordde ik de laatste vragen uit het boekje met duizend vragen, wat ooit (vijf jaar geleden) bij Flow Magazine zat. Maar na een opruimsessie kwam ik nóg een vragenboekje tegen wat ik al in de tas voor de kringloop had zitten, maar waarom niet daar ook iets mee gaan doen!
Dit zijn ‘maar’ 50 vragen, die ik ga verdelen over 10 artikelen. Vijf vragen per keer dus. Als ik alle vragen beantwoord heb, kan het alsnog naar de kringloop, maar dan heb ik er toch nog plezier van gehad! Nu dan op naar de eerste vijf vragen!
#1 Waar ben je trots op?
Op mijn solide karakter en standvastigheid. Het feit dat ik betrouwbaar en eerlijk ben, enorm onafhankelijk, niet bang, nuchter, heel zelfredzaam voor iemand met 5% zicht en vooral dat ik intelligent ben. Het klinkt misschien arrogant, maar ik vind domheid een afknapper bij mensen. Ik wil wel een normaal gesprek kunnen voeren.
#2 Wat zijn de meest waardevolle dingen die je bezit?
Qua materie, zijn dat denk ik wel mijn fiets en mijn iPhone. Die fiets nog meer, omdat zo’n telefoon toch wat minder lang mee gaat en dus meer ‘vervangbaar’ is, ook al zijn die dingen tegenwoordig amper meer te betalen. D echte waarde zit ‘m voor mij niet in spullen, maar in gevoel, beleving. Persoonlijke kracht.
Het feit dat ik na heel wat roerige en ellendige jaren eindelijk een plek in ’t leven heb gevonden waarbij ik doorgaans op een spreekwoordelijk kalm riviertje dobber, is voor mij goud waard. Natuurlijk heb ik mijn angststoornis en mijn slechte zelfbeeld, maar ‘mee leren leven’ is ook een kunst en dat lukt me aardig. Ik ben happy met mijn leven en dat is meer waard dan al het geld in de wereld.
Er is altijd plaats voor verbetering en zeggen dat je jezelf goed vindt, stopt gevoelsmatig dat proces van ontwikkeling.
#3 Wat zijn je beste eigenschappen?
Eigenlijk kan ik je dan doorverwijzen naar vraag één. Ik ben niet snel trots op mezelf, vind het ook een beetje een vies woord. Ik zal nooit van mezelf zeggen dat ik ergens goed in ben, want mijn ervaring is dat er altijd wel iemand klaar staat om dat gevoel direct te ondermijnen. Vooral niet denken dat je ook maar iets kunt of voorstelt.
Karaktereigenschappen zijn dan ook eerder dingen waar ik trots op durf te zijn, veel meer dan bijvoorbeeld dingen die ik kan, zoals tekenen of fotograferen. Er is altijd plaats voor verbetering en zeggen dat je jezelf goed vindt, stopt gevoelsmatig dat proces van ontwikkeling. Zo van: ik berust in wat ik nu kan. En dat wil ik niet.
#4 Welke eigenschappen zou je graag willen bezitten?
Soms zou ik willen weten hoe het is om een goed, of op z’n minst normaal zelfbeeld te hebben. Al is het maar voor een dag. In de spiegel kijken en kunnen denken: “Goh, ik zie er best leuk uit vandaag” in plaats van die permanente afschuw en vaak walging die ik voel als ik ook maar een glimp van mezelf opvang.
Ik heb nooit een normaal zelfbeeld gehad en wat je niet kent, kun je ook niet missen, maar door naar anderen te kijken en te luisteren, weet ik inmiddels wel dat de manier waarop ik naar mezelf kijk, niet bepaald standaard is en zelfs behoorlijk extreem.
Ik zou soms ook wel wat vlotter, leuker willen zijn. Spontaan, als je ’t zo wilt noemen. Ik heb nooit vooraan in de rij gestaan als het gaat om populair of geliefd zijn, ik ben juist zo iemand die als enige niet uitgenodigd wordt voor feestjes, die altijd buiten de boot valt tijdens gesprekken, die overal een beetje bij hangt. Tussen wal en schip.
Omdat ik juist content ben met mijn karakter, hoe ik als mens in elkaar steek en dat ik weet dat ik niet één of ander vervelend persoon ben, betrek ik dat gemakshalve vaak maar op mijn uiterlijk. Mensen gaan liever om met aantrekkelijke mensen, dus niet met mij. Een andere reden kan ik niet bedenken.
Ik heb nauwelijks mensen in mijn leven en dat is deels een bewuste keuze en deels ‘nood breekt wet’. Eerlijk gezegd voel ik de behoefte aan meer mensen om me heen ook vrijwel nooit. Maar het feit dat ik blijkbaar zó anders ben dat ik mezelf daarmee niet bepaald geliefd maak, maakt me weleens onzeker.
Mezelf veranderen om meer ‘in de gratie’ te vallen doe ik niet. Ik heb me lang genoeg aangepast om anderen tevreden te houden en dat is echt over. Ik heb geen behoefte aan mensen die mijn waarde als mens niet (willen) zien. Heb ook liever geen enkele vriend of kennis, dan een buslading mensen die alleen met me omgaan omdat ze op de één of andere manier van me kunnen profiteren.
#5 Welke (slechte) gewoontes wil je afleren?
Ik ben best een zoetekauw. Ik eet niet veel snoep, koekjes of gebak, maar de strijd is er altijd. Loop ik in de winkel en zie ik bijvoorbeeld een leuke aanbieding van iets wat ik lekker vind, toch die kriebel om het in m’n mandje te mikken. En soms geef ik eraan toe. Met steevast een slechte smoes.
“Ja maar ik ben ongesteld.” “Ik heb zoveel last van angst!” “Het is rotweer en ik wil iets lekkers als ik op de bank zit te lezen.” Ik baal daar best wel van, zeker omdat ik al niet ben gezegend met een snel werkende spijsvertering.
Ook vanwege mijn slechte zelfbeeld is het niet verstandig om aan te komen, omdat ik mezelf zelfs met nul overgewicht nog een vetzak voel. Dus hoezeer ik ook van ’t leven houd, het is wel een constant gevecht tegen de kilo’s en altijd afwegingen maken wat ik wel of niet kan/mag eten. En compenseren met sporten.