
Tot nu toe is 2021 wel het jaar met de minste fietstochtjes. Het is inmiddels begin juni, toch ben ik nog maar 4 keer weg geweest voor een fatsoenlijke fietstocht. Wekelijkse ritjes naar Albert Heijn en aanverwanten, tellen daarbij uiteraard niet mee.
De wil om te fietsen is er wel, maar het komt er niet van. Wat vooral met Bas te maken heeft. Ik vind het moeilijk hem alleen te laten, ook al gaat het prima. Een tijdje terug ben ik 4 uur van huis geweest voor Moederdag en thuis was er niets aan de hand.
Maar dat zijn geplande afspraken. Als ik iets voor mezelf ga doen zoals een stuk fietsen, heb ik ook de keuze om het niet te doen. En meestal draait het daar dan op uit en neem ik hem nog maar eens mee uit wandelen.
Daar geniet ik ook van, maar ik mis het fietsen wel. Even gewoon in m’n eentje eruit. De zorg voor Bas is best intensief en ik heb ook af en toe wat ‘me-time’ nodig. Wat er meestal niet van komt.
Maar vorige week heb ik dan eindelijk weer eens op de fiets gezeten. Geen lange einden omdat ik al een maand met rugproblemen te kampen heb, maar wel meer dan 15 km. De tweede dag nam ik Bas zelfs mee in de fietskar, omdat ik had gemerkt dat hij sinds het overlijden van Molly ging huilen als ik langer dan anderhalf uur weg was.
29 mei – Rondje Spijk/Arkel
Ik besloot mijn favoriete dijk weer eens op te zoeken, degene die langs de Linge kronkelt langs onder meer Spijk en Heukelum. Verder dan Spijk kwam ik niet, want ik had gepland om met het voetveer over te steken en aan de andere kant van de Linge naar Kedichem te rijden en dan door de polder via Arkel terug naar huis.
Helaas bleek de dijk voor een deel afgesloten en dat ik daar ook als fietser niet verder kon, ontdekte ik dus pas 2 km na de borden. Het werd een rondje van 17.5 km met als hoogtepunt de oversteek met het voetveer. Dat is zo’n leuk ding! Heb ‘m vaak genoeg over zien steken tijdens kajaktochtjes en vorig jaar voor het eerst zelf mee geweest. De vrouw die het pontje bestuurde, herkende me zelfs nog!
30 mei – Rondje Munnikenland
Op deze zonovergoten zondag mocht Bas mee in de fietskar. Achteraf was het minder ontspannend dan alleen op pad omdat ik uiteindelijk toch continu met hem bezig was, maar het was hoe dan ook toch leuk, zo samen op pad en ook weer eens wat anders dan met de buggy rondrijden.
We voeren met de pont via Woudrichem naar Loevestein en ik fietste daar vandaan naar Brakel, om daar met het autoveer over te steken naar Herwijnen en dan via de dijk langs Vuren terug naar huis. Dat is zeg maar de beknopte versie.
Uiteraard zijn we onderweg meerdere keren gestopt. Om m’n rug rust te geven, maar ook om wat te eten en te drinken. Ik had ervoor gezorgd dat ik extra water mee had en uiteraard Bas zijn opvouwbare drinkbak die onderin het netje van de buggy zit.
Onderweg kwamen we nog een koe in zijn eentje tegen en schapen met lammetjes. Echt leuk om te zien. Het fietsritje werd uiteindelijk ongeveer net zo lang als die van zaterdag. Geen enorme afstanden en voor mijn doen aan de korte kant, maar zoals gezegd moest ik rekening houden met m’n rug en omdat Bas lang niet in de fietskar had gezeten, vond ik dit ook wel even lang en ver genoeg voor hem.
Grappig was trouwens dat ik op het autoveer van Brakel naar Herwijnen gewoon met de fiets op de rijbaan stond, tussen een cabrio en een motorfiets die kort na het maken van de foto aansloot. Het speciale vak voor fietsers stond sowieso redelijk vol en daar paste ik met de kar ook niet echt tussen.