Ik bedacht me vandaag tijdens een wandeling met Bas dat Nederland eigenlijk nog altijd best gevoelig is voor tradities, ondanks dat voor heel wat mensen het afgelopen jaar vooral in het teken leek te staan van zich tegen de gevestigde orde afzetten.
Zelf hoor ik daar overigens niet bij, maar aan die feestdagentradities doe ik ook niet echt mee. Niet per se omdat ik ’t niet wil, maar omdat mijn leven er nu eenmaal iets anders uitziet dan dat van de gemiddelde Nederlander.
Geen opsmuk, geen poespas,
zo lang het maar weer gewoon is.
Oudejaarsavond ben ik steevast gewoon alleen thuis en ben ik meestal met van alles en nog wat bezig, behalve met oud en nieuw vieren. Het gebruikelijke rondje langs familie en vrienden op 1 januari om gelukkig nieuwjaar te wensen, is bij mij ook niet aan de orde. Ik heb m’n moeder aan de telefoon gehad en dat is dat.
Ik ben blij dat de decembermaand weer achter de rug is, vind het altijd lastig, dubbel. Ondanks dat ik er dit jaar warempel zelfs echt zin in had, vond ik de feestdagen dit jaar zelfs moeilijker dan andere jaren, dus blij toe dat het gewone leven weer begint!
Terug naar gewoon heeft de afgelopen jaren wel een nieuwe dimensie gekregen, een andere lading. Omdat ’t leven zoals we dat ‘gewoon’ gewend waren, opeens helemaal niet meer zo gewoon en normaal was. Omdat er opeens allerlei dingen anders waren, regels, dingen waar je over na moest denken, conflicten en moeilijkheden zelfs soms.
Daarom wens ik je gewoon een goed nieuw jaar. Geen opsmuk, geen poespas, zo lang het maar weer gewoon is. Want eigenlijk… vinden we dat gewoon het fijnst.