Dit is zonder meer de moeilijkste tekst die ik tot nu toe op mijn blog heb geschreven maar ik wil het, het moet. Ook omdat schrijven voor mij ook nog altijd een manier is om me te uiten, dingen te verwerken en het nu eenmaal een bekend gegeven is dat het therapeutisch werkt. Anderzijds: waarom zou ik überhaupt nog moeite doen om met mijn blog bezig te zijn, als mijn allerbeste maatje er niet meer is.

Bas is gisteren ingeslapen rond 11:20 uur. Sinds vrijdag leek ie wat last leek te hebben van z’n rechter voorpoot. Niet iets waar ik me direct zorgen om maakte want ondanks zijn hoge leeftijd kon hij nog altijd heel druk zijn en benadeelde daar een enkele keer weleens een pootje mee. Na een paar dagen was het dan gewoon weer over.

Toch was er dit keer iets anders. Ik kon er de vinger niet op leggen. Dat hyper-drukke, hijgen, een wat glazige blik in zijn ogen. Zodra ik hem op de grond zette en hem maar wat liet lopen voor zover dat ging met ‘t zere pootje, was hij meteen weer rustig, wat ik verwarrend vond. Lag het dan echt alleen aan die poot? Waarom zó druk doen en per se willen lopen als je pijn hebt? Dat is toch niet logisch?

Samen met Bas

Ik vertrouwde ‘t niet en ondanks dat ik eerst van plan was vandaag naar Woudrichem over te steken om daar naar de dierenarts te gaan, kreeg ik sterker het gevoel dat er echt iets mis was en belde voor een spoedafspraak. Dat kon, alleen moet je dan naar Heesbeen wat zo’n 30 km bij Gorinchem vandaan ligt en waar ik zelf onmogelijk zou kunnen komen, zeker niet op zondag.

Gelukkig wilde mijn moeder me wel ophalen dus zat ik rond kwart over tien met Bas op schoot in de auto. Na nog even gewacht te hebben op het arriveren van de arts, konden we naar binnen. Een rustige en bekwame man die dingen duidelijk uitlegde en ook reëel was, maar wel met ruimte voor menselijkheid en echt in het belang van het dier en niet vooral in de kas van de praktijk.

Helaas had hij geen positief bericht. Dat pootje was bijzaak, hij zag meteen dat ‘t mis was met Bas. Hij was stervende. En uitgedroogd. Ik voelde me direct schuldig, ik lette er juist zo op dat ie altijd genoeg dronk. Maar hij legde uit dat het geen kwestie is van te weinig drinken, maar dat wanneer de nieren het begeven, er eiwit wordt uitgeplast. Wat ook verklaarde dat hij de laatste weken meer plaste dan dat hij dronk.

Bas in de fietskar

De dierenarts gaf aan dat hij bloed kon afnemen om onder meer de nier-waarden te testen (met de vraag of er met de resultaten nog wel iets gedaan kon worden) en ‘m een dag of 3 aan het infuus leggen om de vochtbalans wat op orde te krijgen, maar dat dat een kostenplaatje van ruim € 500 met zich mee zou brengen en het maar de vraag zou zijn of het zou werken én of hij dat zou overleven.

Op dat moment wist ik dat ik Basje niet meer mee naar huis zou nemen. Ik stemde in met laten inslapen, hoorde ‘t mezelf zeggen maar op dat moment ging mijn hoofd op slot. Ik kon niet geloven dat dit echt ging gebeuren. Dat het moment waar ik eigenlijk al een paar jaar lang bang voor was, nu stond te gebeuren.

Terwijl we van de week nog diverse keren samen op pad waren geweest, die middag in Wijk en Aalburg was pas net drie dagen geleden en dinsdag Woudrichem. Samen relaxen en dutten in de schommelstoel in de tuin. Uren waarin hij het duidelijk naar z’n zin leek te hebben, ik heb de foto’s nog als ‘bewijs’. Achteraf vooral fijn dat ik dat nog met hem heb kunnen doen in zijn laatste dagen, al wist ik dat toen nog niet…

Terwijl de dierenarts de injecties klaar ging maken, was mijn moeder inmiddels ook de behandelkamer in gekomen en knuffelde en kuste ik Bas zolang ‘t nog kon. Ik maakte ook enkele foto’s van hem. De allerlaatste. Zo’n ontzettend onwerkelijk gevoel. Ik zag een tikje onzekerheid in zijn ogen: Zo van: “Wat gaat er nu gebeuren, vrouwtje?”

Maar ook dat rotsvaste vertrouwen wat hij altijd in me heeft gehad. Zolang ik maar bij hem was, dan was het goed. Zolang wij samen waren. Een twee-eenheid, dat waren we. Dat ging zelfs zó ver dat ik altijd precies wist waar hij zich bevond zonder hem te zien of horen en dat als hij bijvoorbeeld wat buikpijn had, misselijk was of een ander klein kwaaltje, ik dat ook had.

Ik heb hem bij me op schoot genomen nadat hij zijn eerste prikje heeft gehad, zodat hij tegen mij aan (zijn favoriete slaapplek) rustig in slaap kon vallen. Voor het tweede en laatste prikje heb ik hem wel weer op de behandeltafel gelegd, maar heb hem wel continu vastgehouden, geknuffeld, kusjes gegeven op zijn kop, zijn lijf en dat plekje aan de bovenkant van zijn neusbrug wat op de één of andere manier mijn favoriete plek was om hem kusjes te geven. En toen stopte zijn hartje…

Forever Love

Terwijl ik enerzijds niet kon stoppen met huilen, kon ik het anderzijds ook gewoon niet bevatten. Dit kón niet echt zijn. Ik zou straks weer wakker schrikken en me realiseren dat ‘t maar een droom was. Ik droomde de laatste maanden best vaak naar over Bas, dat er iets met hem gebeurde, dat hij aangereden werd of dat soort dingen. Dit was ook zo’n droom natuurlijk. Maar dit keer was het wel echt…

De rest van de dag is als een soort waas aan me voorbij gegaan. We zijn nadat ik met heel veel moeite en na heel veel knuffels en aaien Bas daar achter heb gelaten, eerst naar het huis van m’n moeder gereden waar ze koffie zette en ik met veel moeite een worstenbroodje heb gegeten. Weer huilend, omdat Bas echt gek op worstenbroodjes was en we er regelmatig één samen deelden.

Daarna terug naar Gorinchem, naar dat huis wat opeens niet meer als thuis voelde nu hij er niet meer was. Al die spullen, al die herinneringen, mijn huis ademt Bas, al bijna 18 jaar. Hij overleed op de leeftijd van 18 jaar, 10 maanden en 16 dagen, Zoals ik denk ik weleens heb verteld, was hij niet van pup af aan bij me, maar toen hij net een jaar oud was en toen ik net een half jaar hier woonde. Hij hoort, hoorde bij dit huis.

De portrettekening die ik van Bas maakte voor zijn 18e verjaardag

Eenmaal thuis meteen aan de moeilijke taak begonnen van het opruimen van al zijn spullen. Enerzijds voelde het hartverscheurend en heel fout, alsof ik hem direct wilde uitwissen, anderzijds wist ik dat het vroeg of laat toch zou moeten gebeuren en juist de aanblik van die dagelijkse dingen zoals zijn voerbak, mand, het campingbedje wat ik sinds een paar maanden voor hem had en natuurlijk de BasMobiel: de buggy die al twee jaar permanent in de gang stond, waren té confronterend.

Mijn moeder is gelukkig nog een poos gebleven want ik kon het gewoon niet aan om nu al alleen in dat lege huis te zijn. We zijn zelfs nog koffie gaan drinken in de stad, al bracht dat niet echt de afleiding waar ik wat op gehoopt had. Ik was vooral bang dat ik buitenshuis een huilbui zou krijgen en dat wilde ik écht niet.

Rond vijf uur ging ze weer en daarna hield ik mezelf bezig met klusjes waarbij ik niet na hoefde te denken. Het is zo rauw, zó heel pijnlijk. Ik heb al z’n spullen gewassen en opgeruimd (5 volle wastrommels) en intussen de constante stroom aan berichtjes op social media beantwoord. Rond 10 uur ben ik met lood in m’n schoenen zelfs nog een stukje gaan wandelen, want ook dát is onlosmakelijk verbonden met hem.

Met z’n bolletje onder het parasolletje

Het naar bed gaan heb ik zo lang mogelijk uitgesteld. Uiteindelijk was ‘t niet eens zo heel laat toen ik voelde dat ik echt niet overeind kon blijven en lag ik er om half 12 in, maar van alle dingen in huis die ik confronterend vind, vond ik dat ‘t meest moeilijk.

Ook daar was Bas altijd, hij heeft vanaf dag één bij me op bed geslapen. Op z’n eigen kleed – zijn favoriete plaid met hartjes – aan de linkerkant van ‘t bed. Altijd dat warme lijfje naast me, in de winter dicht tegen me aan. Z’n ademhaling horen, geluidjes als hij droomde. Knuffelen na het ontwaken, altijd nog even een kus op z’n kopje voor ik me omdraaide om te gaan slapen, me nooit alleen voelen zonder hem.

De nacht was inderdaad moeilijk, ondanks dat ik binnen tien minuten in slaap viel en van ongeveer kwart voor 12 tot kwart over 5 zonder onderbreking heb kunnen slapen. Maar dan wakker worden in een verder leeg bed, uit automatisme naar de linkerkant van het bed reiken en daar enkel een achtergebleven plukje haar en z’n twee knuffels aantreffen die ik daar gister, na ze te hebben gewassen, heb neergezet. Néé!

Bas z’n knuffels en een achtergebleven plukje wit haar op bed

Het gevoel van uitzichtloosheid wat ik gister voelde, lijkt vandaag nog sterker te zijn en ook de tranen zijn er alweer. Ik weet werkelijk niet wat ik met mijn leven aan moet nu hij er niet meer is, terwijl de ironie is, dat ik nu juist méér kan dan de afgelopen 2 jaar. Ik ben weer vrij om te doen en laten wat ik wil. Maar tegen welke prijs?

Soms voelde het beklemmend, dat mijn wereldje zo klein was geworden. Niet meer gaan fietsen, niet meer spontaan even de stad in, niet meer koffie drinken bij HEMA. Niet meer bij m’n moeder op visite, zelfs m’n afspraak in het ziekenhuis afzeggen, Ik ging alleen nog zonder hem van huis als ik naar de huisarts moest en dat waren erg stressvolle momenten, want stel dat het niet goed gaat thuis…

Toch voelt het allemaal zo onbelangrijk nu hij is weggevallen. De herinneringen die ik waarschijnlijk na een tijdje juist zal koesteren, voelen nu als pijnlijke messteken. Hoe hij zijn kopje tegen m’n hand drukte als ik m’n hand op zijn hoofd legde, alle dingen die we samen hebben gedaan en meegemaakt, van kajakken in de zomer tot dagjes uit naar onder meer Texel en Zaanse Schans, struintochten en winterwandelingen.

Samen op de Zaanse Schans

Hoe hij me altijd troostte als ik verdrietig was, hoe slim ie was (zelfs ‘t afgelopen jaar leerde hij zichzelf nog dingen aan en communiceerden wij volledig op aanraking), de kunstjes die hij deed zoal pirouetjes draaien op z’n achterpootjes, de vele duizenden kilometers die we samen hebben gewandeld, de laatste twee jaar met de BasMobiel.

De herinneringen en trouwens ook de foto’s zijn eindeloos. Waar ik enorm dankbaar voor ben. maar nu zorgt het alleen maar voor nog meer tranen, nog meer verdriet en nog meer wanhoop. Want wat moet ik nou toch zonder jou ventje. Wat moet ik nog…

Men zegt dat verdriet slijt, dat rouw tijd nodig heeft, ik probeer me daaraan vast te houden maar ben ook zo bang. Met name het afgelopen jaar, sinds de zorg voor Bas intensiever werd en onze band ook, sinds ik minder en slechter ging slapen door hem en emotioneel wat instabieler raakte, werd ik bang dat ik er echt aan onderdoor zou gaan, zou instorten als hij er niet meer zou zijn en zo voelt het nu ook echt.

Bas op de molen

Het is niet alleen mijn huisdier en maatje wat wegvalt, maar mijn Bas was met name de laatste twee jaar echt de spil geworden van mijn dagindeling. Alles draaide alleen om hem, van de kleine tot de grote dingen. Het was geen kwestie meer van een paar keer per dag uitlaten en tussendoor eten en wat knuffels geven, ik was elke minuut van de dag en vaak zelfs de nacht met hem bezig. Dat valt nu weg en ik in een zwart gat wat met elke nieuwe huilbui groter en dieper lijkt te worden.

Ik wil niet dramatisch klinken, daar heb ik een hekel aan, maar ik wil wel reëel zijn en dingen niet mooier maken dan ze zijn. Bas was zo, zó veel meer dan een huisdier. Hij voelde als de beste vriend die ik in menselijke vorm nooit heb gehad, degene die er écht onvoorwaardelijk voor me was, iemand om lief en leed mee te delen. Waar ik mensen niet meer kan vertrouwen, kon ik dat bij hem wel.

Ik zal moeten leren mijn leven opnieuw in te richten en om mezelf weer prioriteit te geven want voor hem heb ik mezelf en mijn eigen leven stukje bij beetje steeds meer op een zijspoor gezet. En hoe simpel het ook klinkt om mezelf weer op nummer één te zetten, je went aan bepaalde dingen, routines, gewoontes. Ook minder makkelijke.

Selfie met Bas

Dat is niet zomaar weg als de noodzaak ervan wegvalt. Dat heeft tijd nodig. Behalve het verwerken van zijn verlies zal ik ook emotioneel en fysiek moeten herstellen van het chronisch slaapgebrek wat al 2 jaar aan de orde was. Ook dat gaat niet over met één nachtje aardig slapen en ik zal waarschijnlijk voorlopig ook nog vaak heel vroeg wakker zijn. Omdat hij dat ook was en dan uitgelaten moest worden.

Zoals ik dit nu opschrijf klinkt het heel wijs en psychologisch verantwoord, maar het sluit niet aan bij de puinhoop in mijn hoofd en mijn hart. Ik heb regelmatig gedacht dat wanneer ik eerder zou komen te overlijden dan Bas, dat ik zou willen dat hij met me mee gaat, samen naar de eeuwige jachtvelden. Eigenlijk bestaat die wens nog altijd, daar ben ik ook gewoon heel eerlijk over.

Dit is een veel te lange tekst geworden die ik graag zou afsluiten met een positieve noot, zoals ik meestal bewust doe bij wat minder opgewekte artikelen. Maar ik kan ‘t niet. Ik wilde m’n verhaal delen, informeren over wat er precies gebeurd is, maar ook het rauwe verdriet en de uitzichtloosheid die ik voel laten zien. Omdat het echt is.

Ik sluit dit bericht af met een door mij iets aangepaste versie van de tekst van dat ene mooie liedje van Miss Montreal. Wat me al ontroerde en aan Bas deed denken toen ik het voor het eerst hoorde, ongeveer een jaar geleden.

Ik zie je voor me met m’n ogen dicht
Ik kan je voelen met m’n hart op slot
Ik hoor je, maar je bent er niet

En ik voel me verloren
als ik jou moet verliezen
En je mag nog niet sterven
want ik kan je niet missen

Door de wind
Door de regen
Dwars door alles heen
Door de storm
Al zit alles me tegen
Door jou was ik nooit alleen

Dag lief mannetje, lief Basje van me, puppy, (zoals ik hem nog vaak noemde), boefie, dibs, dibbes, pop, Bastiaan, Basje Terrasje, hondje boterkontje, Basito (dat betekent blij in het Italiaans), mupke, Bob, Bassie. Ik mis jou zó vreselijk, nu al. Maar mijn liefde houdt niet op, waar jouw leven eindigt…