Vorige week schreef ik nog het laatste weekoverzicht met Bas, nu het eerste zonder hem. Waar ik het in elkaar zetten van de weekoverzichten normaal gesproken altijd een leuke bezigheid vind, is ook dat nu zó beladen, maar het is ook tijdverdrijf en omdat ik vandaag weer een loodzware dag heb gehad en nauwelijks afleiding, ga ik daar maar mee aan de slag. Ook al is het al woensdag.
maandag 27 juni
Deze twee foto’s heb je allebei al eerder kunnen zien in het artikel waarin ik schreef over mijn eerste week zonder Bas. Ook een soort weekoverzicht, maar dan wel van een helaas heel andere strekking. Toch wilde ik ze hier ook nog een keer laten zien.
Het citaat vond ik op een kaartje wat ik 4 jaar geleden kreeg, na ’t overlijden van mijn vader, de collage op de tweede foto heb ik gemaakt met een foto van Bas die al jaren op mijn koelkast hangt, dat leuke 101 Dalmatiërs shirtje wat ie nog maar kort had, de kaart met pootafdruk en zijn haartjes, een penning en een vrolijk gekleurde halsband die hij ooit voor z’n achtste verjaardag kreeg.
dinsdag 28 juni
Omdat ik op de één of andere manier behoefte had om iets te kopen wat me aan Bas deed denken, kwam ik thuis met een setje met een setje opschrijfboekjes van HEMA waarvan op één een hondje staat. Die niet echt op Bas lijkt, maar vanwege dat eerder genoemde shirtje, de donkere oortjes en het formaat zag ik toch wel een link.
Zoals ik zondag al schreef, ging ik dinsdag met m’n moeder in de stad lunchen en zaten we buiten met uitzicht over de Lingehaven. Nadat ik samen met haar met de pont overvoer naar Woudrichem, maakte ik de foto van de Maas en tot slot één van mijn nachtkastje, waar elke nacht de kaart met de haartjes van Bas op moet staan.
woensdag 29 juni
Woensdag was vanwege die inzinking de meest nare dag van de week, maar gelukkig had ik ’s avonds wel fijne afleiding. Ik heb met Sander een stuk gewandeld (zolang ik met iemand anders ben, vind ik het minder moeilijk om in de stad te lopen) en daarna hebben we nog apple crumble met ijs gegeten bij De Beren op de Grote Markt, waar ik ook onderstaande foto maakte.
vrijdag 1 juli
Donderdag maakte ik geen foto’s, voor mijn gevoel bestond – zeker de laatste tijd – praktisch de helft van de plaatjes die ik schoot, uit foto’s van Bas. Het was dus de bedoeling om vrijdag de as van Bas op te halen, maar dat verhaal over een eerder gesloten dierenkliniek en zo heb je dus al in de tekst van zondag kunnen lezen.
Bij Oude Liefde maakte ik de foto van dit sfeervolle hoekje en tijdens mijn fietstocht naar huis maakte ik de foto van een grote waterplas bij Sleeuwijk, een stel koeien en de Merwedebrug, waar ik al heel lang niet meer overheen was gefietst.
zaterdag 2 juli
Zaterdag was ik gelukkig ook pas weer heel laat wakker en ’s middags ben ik samen met Sander aardig wat uurtjes van huis geweest tijdens een 30 km lange fietstocht door onder meer Heukelum en Vuren. Ondanks dat ik voor mijn doen erg weinig foto’s maakte onderweg, kon ik het toch niet laten om af en toe even af te stappen om een plaatje te schieten. Hieronder zie je Kasteel Heukelum en een wetering bij Leuven.
zondag 3 juli
Gelukkig had ik ook zondag afleiding. Mijn maatje uit ’t Westland voor het eerst in zo’n 3 jaar weer eens gezien, zoals ik ook in het artikel van zondag al schreef. We maakten nog een wandeling bij een natuurgebiedje in Vuren waar ik de eerste 2 foto’s maakte. ’s Avonds ben ik zelfs nog op pad geweest met de fiets en maakte daarbij de foto van de Oostmolen en één vanaf het viaduct over de A15.
Als ik mijn eigen tekstjes bij de afgelopen dagen zo terug lees, lijkt het best een prima week. Mooie dingen gezien, zelfs buiten de deur gegeten en gedronken, het klinkt zo zwaar niet allemaal, maar ik probeer het naar de buitenwereld wel te filteren, omdat ik weet dat geen mens zit te wachten op het lezen over de zwarte leegte die in m’n ziel verankerd zit, die intense wanhoop die ik voel, elke dag, de hele dag.
Inmiddels zijn we dus alweer halverwege de tweede week zonder Bas. Het is alsof ik de tijd wil stilzetten. Met elke dag die verstrijkt, voel ik me verder van hem verwijderd, terwijl er uiteindelijk niets is waarmee ik ‘m bij me had kunnen houden. Niet hem zélf, levend en al. Je weet het, maar je wilt er niet aan…
Ik klamp me aan alles vast wat nog van hem is, als ik ’n verdwaald wit hondenhaartje tegenkom op een kledingstuk of kussen móet ik ernaar kijken, het even oppakken en vasthouden. Ik weet dat ik moet loslaten, maar ik kán het gewoon niet. Alles voelt zo uitzichtloos en nutteloos zonder hem. En eenzaam, zó ontzettend eenzaam.
Dat vraagt echt zijn tijd.
Ja, maar het is de vraag of ik dat ook volhoud.