Het afgelopen bijna-halfjaar, de periode na het overlijden van mijn geliefde hondje en beste vriend Bas, heb ik hier regelmatig geschreven over mijn gevoel. Want dat ‘rouw’ zoveel meer in kan houden dan alleen verdriet en verslagenheid, dat bleek meer dan duidelijk in de afgelopen maanden, vaak voelde ik dan de behoefte om me te uiten.
Ik heb al heel wat moeilijke, donkere en nare periodes meegemaakt in m’n leven, maar verliezen van Bas is tot nu toe denk ik wel één van de moeilijkste geweest. Je weet al voordat ‘t onvermijdelijke gebeurt, dat je het er ‘moeilijk mee zal hebben’, maar hoe moeilijk blijkt pas echt als je er middenin zit. Beter ook, dat je dat vooraf niet weet.
Enorm verdriet had ik verwacht, een verloren en verslagen gevoel ook, niet de naar depressie neigende gevoelens die er ook bij kwamen kijken, hardnekkige suïcidale gedachten, het gevoel niets meer te hebben om voor te leven, woede soms en het uitblijven van ‘t gevoel ergens nog van te kunnen genieten. De ‘mooie dingen in het leven’, waar ik normaal toch onder alle omstandigheden nog oog voor had.
Ook de manier waarop een deel van de buitenwereld met me omging in die maanden, maakte het vaak erger dan beter. Van soms opdringerig medelijden tot onbegrip, tot gebrek aan steun of ronduit de spot met me drijven. Zou ik niet meer van op moeten kijken, toch is zoiets schadelijk in een periode waarin je toch al eg kwetsbaar bent.
Inmiddels gaan dingen gelukkig eindelijk de goede kant op. Ik ben er nog niet, heb ook al vaak genoeg een terugval gehad, maar de frequentie daarvan wordt lager en m’n stabiliteit gaat omhoog. Ik zit wat beter in m’n vel, ook al ben ik nog niet de oude. Maar ik zie het leven weer meer in kleur, terwijl de afgelopen tijd alles grijs was. Ook fysiek kan ik weer beter functioneren, iets wat ook maandenlang nauwelijks lukte.
Ik ben dankbaar dat ik mijn vermogen om te de mooie dingen en momenten van het leven te zien, weer grotendeels heb terug gewonnen. Dat ik met m’n ogen dicht kan genieten van een dampende caramel-cappuccino bij HEMA, dat ik moet glimlachen om het feit dat ik een blij gevoel krijg van iemand die ik hier de afgelopen weken een paar keer heb gezien en dat ik gewoon ook weer zin krijg om dingen te ondernemen. Of het nu het aanpakken van mijn logo is, of een spontaan fietstochtje in de vrieskou.
In het artikel wat ik een maand na het overlijden van Bas schreef, plaatste ik het plaatje hierboven ook al. Nu ik bijna 5 maanden verder ben (tweede kerstdag is het precies een half jaar geleden dat hij overleed), zie ik pas écht hoezeer dit klopt.
Dat het verdriet niet minder of kleiner wordt, maar dat je een manier vindt om ermee om te gaan, een leven daar omheen op te bouwen. Dat het hard werken is, heel veel overwinnen, veel doorstaan en veel lijden. En dat ‘t verdriet je dan alsnog zomaar kan overvallen, vaak juist op een moment dat je het totaal niet verwacht.
Zo stond ik vorige week op de pont opeens hard op m’n kiezen te bijten om vooral maar niet te gaan janken. Bas en ik en de pont, dat was toch een soort drie-eenheid. Maar ook dat hoort erbij. Rouw is simpelweg liefde die nergens naartoe kan. En mijn liefde voor Bas zal ik altijd bij me dragen. Ook als ik weer helemaal de oude word, als er ooit weer een nieuw hondje komt, of als ik druk ben met andere dingen. Altijd.
De komende tijd hoop ik nog meer aan kracht te herwinnen en het ‘genieten’ weer uit te vinden. De laatste weken lukt dat al steeds beter, maar spanning ligt nog altijd wel erg op de loer, inclusief de nodige fysieke reacties. Toch merk ik dat ik ook kracht heb geput uit de afgelopen periode. Ik heb het niet zo op cliché uitdrukkingen, maar dat je vaak sterker uit de storm komt, lijkt ook nu weer op te gaan.