Het was vorige week donderdag, dat molenmaatje Sven vroeg of ik soms zin had om zaterdags mee te gaan naar de molen in Sprang Capelle. Deze is van ’n molenaar die al een tijdje thuis zit vanwege gezondheidsproblemen. Om de molen én bijbehorende winkel letterlijk en figuurlijk wat draaiende te houden, gaat hij er af en toe heen.

Ik had van ‘Dye Sprancke‘ zoals ie dus heet, wel diverse foto’s en filmpjes gezien en het leek me super om een molen te ontdekken die ik nog niet eerder in het echt had gezien. Sowieso trek ik heel graag met Sven op, dus m’n antwoord viel niet te raden!

Uiteindelijk werd in de aanloop naar zaterdag het ‘middagprogramma’ zo’n beetje een ‘dagprogramma’, omdat hij ’s avonds een concert moest spelen met de fanfare (Sven speelt euphonium) en vroeg of ik ’t leuk vond om ook daarheen mee te gaan. Tuurlijk! En vóór dat we naar Sprang-Capelle zouden gaan, had ie ook nog wat bedacht.

Ik stapte om half 11 van de pont in Woudrichem. De eerste stop bleek ‘Tante Bethje‘, het lokale boekwinkeltje, waar ik nog niet vaak ben geweest (ik koop zelden boeken), maar waar ik afgelopen zomer kort na het overlijden van Bas wel dat bijzondere boek genaamd ‘Dan neem je toch een nieuwe‘ heb gekocht. We kregen koffie voorgezet, kletsten wat met de eigenaar van het winkeltje en Sven kocht een mooi boek.

De plannen om naar Sprang te gaan, vielen helaas in duigen omdat er deze dag geen zuchtje wind stond. En dan wil een molen niet draaien! Dus bedacht Sven dat we dan wel naar de Uitwijkse molen konden gaan. Deze draaide dus ook niet (sterker nog, hij staat sinds september al stil door een scheur in de buitenroede), maar ik had deze nog niet eerder van binnen gezien, dus leuk om even te bekijken!

Sowieso had ik een tas met lekkere broodjes meegenomen die ik had gehaald, plus twee thermosbekers koffie die ik voor vertrek richting pont nog had gezet. Dus ook een mooie plek om even te lunchen, in zo’n oude molen! Sven draait naast zijn eigen molens in Aalburg en Veen, ook zo nu en dan op deze als het nodig is. Hij staat op de site van de Molendatabase ook vermeld als molenaar voor de Uitwijkse.

De Uitwijkse molen is overigens een wipmolen met bouwjaar 1700 en staat vlakbij z’n broertje, de Zandwijkse molen. Ik houd die twee doorgaans maar moeilijk uit elkaar, omdat ze veel op elkaar lijken en dichtbij elkaar staan. Ooit stonden er hier overigens maar liefst zeven molens, daar zijn helaas alleen deze twee nog van over.

We zijn eerst in het gemaaltje naast de molen geweest en daarna de molen zelf. Die ik letterlijk van onder tot boven heb gezien. Je zou het misschien niet zeggen, maar het bovenhuis van een wipmolen heeft, ondanks dat de kleine ruimte, twee verdiepingen. Ik had even wat moeite (lees: hoogtevrees) met het gapende gat naast de trap op de tweede zolder die overigens ‘smeerzolder’ heet, maar als je zoiets eenmaal een keer gedaan hebt, gaat het de volgende keer vaak al een stuk gemakkelijker!

Ik denk dat we al met al een uurtje of twee in die molen zijn geweest. Eten, kletsen, lachen (er hing een ongelofelijk gedrochtelijk beeldje van een hertenkopje aan één van de balken en er stond een oranje gebobbelde aardewerken bal waarvan we ons afvroegen wat dát dan weer voor moest stellen). Ondanks dat het originele plan dus in duigen was gevallen, was dit zonder meer een heel goed alternatief!

Uiteindelijk weer in de ‘meelkliko’ van Sven gestapt (zijn eigen benaming) en richting Veen, hij moest wat bakmixen verwerken die de winkel in moesten en ik heb intussen wat zakjes pannenkoekmix dicht zitten strikken en van de befaamde ‘Beukes & Mop’ sticker voorzien’. Als je toch twee dingen tegelijkertijd kunt doen, waarom ook niet!

Na het eten (Sven had pannenkoeken gebakken, met pannenkoekenmix uit de molen uiteraard!) werd het tijd om richting Nieuwendijk te gaan voor het Winterconcert van Fanfare ONS waar hij dus bij speelt. Ondanks dat ik wat rozig was geworden van de hele dag op pad en daardoor iets vaker moest gapen dan ik acceptabel achtte, vond ik ’t enorm bijzonder om mee te maken. Had overigens al een klein voorproefje gehad, terwijl Sven aan het warmblazen was thuis.

Het deed me op een bepaalde manier ook weer denken aan opa, die erg hield van dit soort muziek en vooral van marsen. Vroeger ook diverse keren bij de taptoe in Breda geweest. Bijzonder hoe zulke dingen dan toch weer samen komen. Vond ’t ook mooi om al die blinkende instrumenten te zien. Ik ben zelf ook wel muzikaal, maar heb altijd alleen toetsen gespeeld. Al dat glimmende spul is toch ook wel heel mooi!! Mijn naam is Ester, maar ik ben soms ook wel een beetje een ekster. :-D

Na het concert weer naar Veen, waar ik nog een uurtje of wat met ‘de jongens’ heb gezeten en wat biertjes mee dronk. Behalve Sven zelf en zijn partner Gerard, was er nog iemand. Het is daar op vrijdag en zaterdag altijd zo’n beetje ‘de gouden inloop’: een gezellige boel! Ik voel me er ook heel fijn, ontspannen en vertrouwd. Die molen aan de Maasdijk in Veen en dat knusse huis ernaast, zijn voor mij inmiddels echt als een soort tweede thuis gaan voelen!

Ik overdacht mijn zorgen
en de wereld
En alle keren
dat ik wakker lag
Ik besloot
Wat een mooie dag
wat een mooie dag