Nu ik al een tijdje slecht in m’n vel zit, is het haast een soort missie geworden om een manier te vinden om mijn vrijwel continu aanwezige nare gevoel, m’n angsten en ook de stemmingswisselingen een halt toe te roepen, want ik wil er zó graag vanaf en het put me daarnaast mentaal en fysiek ook vreselijk uit.

Inmiddels heb ik al een indrukwekkende collectie kalmeringsmiddelen verzameld. Van rotzooi op doktersvoorschrift (denk aan Xanax) en diverse overprijsde stress remmers van drogisterij en reformwinkels. De conclusie? Helpt geen donder. Daar was ik al snel achter. Terwijl zeker het wat zwaardere geschut, mij doorgaans wél helpt.

Maar daarmee stopte mijn zoektocht niet. Ik zocht mijn ‘heil’ in meditatie, mezelf nóg meer bezighouden. Op het obsessieve af, want stilstand is achteruitgang en remmen is (nog meer) angst. Ik doe ademhalingstechnieken en ik lees… Verslind alles wat ook maar enigszins van doen heeft met de problematiek waarmee ik worstel en ben zelfs begonnen aan de zelfhulpboeken. Je moet wat…

We proberen pijnvrij te zijn en proberen vanuit die agenda onze pijn te bestrijden.


Vaak horen we een idee over hoe we anders met iets om kunnen gaan en vervolgens gaan we hardlopend met dat idee aan de haal.

Verandering kost altijd moeite, ook als het een positieve verandering is. Vaak vinden we dat we leuke veranderingen niet moeilijk mogen vinden.


“Laat het gebeuren”, sprak ik mezelf toe. “Ook als het erger wordt en ook als het niet verdwijnt.”

Zo stuitte ik op het boek getiteld ‘De Vonk van Verbinding‘, waarmee je door auteur Gijs Jansen wordt uitgedaagd om juist niet te vechten of vluchten voor je angsten en je klotegevoel, maar ze te accepteren. Sterker nog, ze te omarmen en aardig voor ze te zijn. Say what???

Natuurlijk ben ik bekend met het fenomeen acceptatie en dingen ‘laten zijn’. Ik heb de principes van mindfulness geleerd en pas dat graag toe in mijn dagelijkse leven. Maar mijn dagelijks leven is toch wel een ander verhaal dan het dagelijkse klotegevoel waar ik nu al een tijdje mee te kampen heb. Gevoelens die soms zo allesoverheersend zijn, dat ze me beperken in mijn functioneren. Hoezo zou ik die accepteren!

Toch moest en zou ik dat boek lezen, mijn nieuwsgierigheid was nu geprikkeld. In het eerste deel vertelt Gijs over zijn eigen ervaringen en struggles, op een onmiskenbaar humoristische manier waardoor het boek direct alle stigma’s overstijgt. Dat zo iemand eerlijk durft te zijn over zijn eigen angsten en dat dan ook nog lekker wegleest alsof je een romannetje zit te verslinden, daar kan ik alleen maar respect voor hebben.

Misschien helpt het om te weten dat streng zijn voor jezelf geen reet nut heeft. Geen reet dus. Dat je niet denkt: misschien toch een beetje nut? Nee.

Ook help je anderen er niet mee. Streng zijn voor jezelf zorgt niet voor betere prestaties qua gedrag. Het zorgt er ook niet voor dat anderen je meer waarderen. Streng zijn naar jezelf toe zorgt enkel en alleen voor negatieve gevoelens.


Een gemiddeld leven is een achtbaan aan mooie en moeilijke momenten. Vaak vinden we het lastig om te accepteren dat de moeilijke momenten er ook bij horen. Zodra we die bereidheid vinden, ontdekken we ook de waarde van de pijn die we ervaren.

In plaats dat je probeert om negatieve gedachten te bestrijden, is het veel functioneler om afstand van het denken te nemen. Ons verstand kan van alles roepen, maar het feit dat je er serieus in meegaat, bepaalt of deze gedachten ook kunnen raken.


Het gaat erom, dat je tijdelijk onderdeel mag zijn van dit bestaan. Je mag aanhaken, meedoen, maar je bepaalt niet. Het leven heeft jou gekozen, niet andersom.

Misschien helpt dit besef je om je wat minder druk te maken over jezelf. Het is niet belangrijk wie je bent of wat andere mensen van je vinden. Je nietigheid erkennen staat gelijk aan het erkennen van je werkelijke rol in dit leven.

Maar dat accepteren van je angst, waarom zou je en hoe! Gijs omschrijft dat afstand nemen van je denken beter werkt dan ertegen vechten, omdat dat alleen maar meer negatieve gedachten oplevert en bovendien doodvermoeiend is. De allerbelangrijkste reden om het niet te doen? Het werkt niet! Ook dat heb ik ondervonden.

Daarentegen is het wel belangrijk om onderscheid te leren maken tussen wat echt is en wat niet. Beter gezegd, onderscheid leren te maken tussen je angstige gedachten die gevoelsmatig wel verrekte reëel lijken te zijn, zeker naarmate ze groter worden en de rest. Gevoel versus verstand. En dat verstand, dáár zit de angst.

Het boek benoemt dat wij als mensen ‘geprogrammeerd’ zijn om vanuit ons verstand te denken en handelen, in te spelen op lastige situaties, oplossingen bedenken. Maar datzelfde verstand kan ook doorslaan, ons zelfs dingen aanpraten die totaal irrelevant of onrealistisch zijn en daarmee voor een verstoring van je evenwicht zorgen.

Gijs besloot als experiment om zijn verstand een naam te geven. Niet om daar lekker de discussie mee aan te gaan, maar om onderscheid te maken en angstgedachten te kunnen leren zien als een afzonderlijk aspect van jezelf en daardoor ruimte te creëren voor het leren herkennen en erkennen van angst en deze uiteindelijk op die manier te laten afnemen. Mooie gedachte wel…

Het boek is inmiddels uit (ik zal niet zeggen dat ik het in één ruk heb uitgelezen, maar langer dan twee dagen heb ik er ook niet over gedaan) en heb het gevoel dat ik hier wel iets mee kan. Het zinnetje ‘het mag er zijn’ wat ik m’n huisarts bijvoorbeeld soms hoor bezigen als ik weer eens in een totale staat van paniek in haar spreekkamer zit, heeft nu meer definitie. De angsten waar ik nu mee kamp zijn van heel andere aard dan die waarvoor ik bij de huisarts kom, maar het is evengoed angst.

Ik kan het allicht proberen…