
Het was eergisteren, woensdag 25 juni, dat rond half tien ’s avonds de deurbel ging. Ik verwachtte geen buren die voor hen afgegeven post op kwamen halen, noch iets voor mezelf. Een collecte? Maar voor de deur stonden buren uit de straat verderop. Vriendelijke mensen die ik af en toe spreek en altijd gedag zeg.
“Je weet neem ik aan dat Sander is overleden?” Dat was wel met de deur in huis vallen. Ik wist werkelijk niet wat ik hoorde, kon het niet geloven ook. Sánder? Die rustige, zachtaardige man waar ik krap een paar weken geleden nog een paar uur mee bij de HEMA had zitten koffieleuten? Die Sander? Overleden? Onmogelijk…
Toch was het waar, helaas. De buren kenden hem via de kerk waar Sander sinds een kleine twee jaar kwam en die wisten het al de dag na zijn overlijden, wat vorige week woensdag is geweest, op 18 juni. Hij schijnt in zijn slaap overleden te zijn, maar dat is het enige wat ik weet. Een vredige manier om te sterven, maar niet als je 42 bent…
De buren dachten dus dat ik het ook al wist, dus die waren zelf ook best ontdaan dat zij nu degene waren die mij het slechte nieuws kwamen brengen. Toch was ik hen in zekere zin dankbaar, omdat het anders mogelijk nog veel langer had geduurd voordat ik het te weten kwam. We hadden geen gemeenschappelijke contacten.
Ze zeiden ook dat er ook een rouwadvertentie in de krant stond. Normaal lees ik die krant dus nooit. In het rouwbericht stond een foto van Sander die ik 13 januari 2024, de dag na mijn verjaardag, van hem maakte. Een surrealistische gewaarwording om die foto dan in de krant te zien met een zwart kadertje erom…
In de pakweg 48 uur die daarop volgden, ging er heel wat door me heen. Ongeloof, verdriet, verbijstering, herinneringen en vragen. De uitvaart vond vandaag plaats in Dordrecht, maar ik vond het té moeilijk om op een onbekende locatie met enkel mensen die ik niet ken, in zo’n beladen en verdrietige situatie te zijn. Afscheid nemen en herdenken doe ik liever op mijn eigen manier.
Dus stapte ik gistermiddag de HEMA-lunchroom binnen en bestelde dit keer niet alleen een kop koffie, maar ook een gebakje. Koffiedrinken bij de HEMA doe ik regelmatig in m’n eentje, maar gebak erbij was iets wat ik uitsluitend deed als ik er met Sander was. Het plekje bij het raam waar we vrijwel altijd zaten (ik heb zelf een andere ‘eigen’ plek daar) was bezet, maar ik zat er wel vlakbij.
Ik kende Sander al heel lang. Eerst alleen als de broer van Jeroen (inmiddels Heleen), die ook jaren een vriend van me is geweest en vanaf 2007 raakte ik ook met Sander bevriend. Ik vroeg hem mee naar de TMF-Awards, we deden een dagje Delft, samen wandelen of fietsen en de laatste jaren gingen we af en toe koffiedrinken bij HEMA.
We zagen elkaar niet dagelijks of zelfs wekelijks, maar als het nodig was, waren we er voor elkaar. Hij onder meer in de periode van mijn depressie, ik in de periode rond het overlijden van zijn moeder en de hersenbloeding die hij een paar jaar geleden kreeg.
Zijn moeder overleed 3 jaar geleden op 23 mei en ik had altijd het gevoel dat Sander daar nooit echt overheen is gekomen. Ze was enorm belangrijk voor hem en hij had, net als ik, verder ook nauwelijks een sociaal leven. Het is ergens een mooie gedachte dat ze nu weer samen zijn, maar hier op aarde zal hij gemist worden…
In Christus is ons afscheid niet definitief.
Hij is onze Hoop en onze Troost.
Een mooi in memoriam voor Sander 💫
Dankjewel.